Titel: Especifismo
Ondertitel: De anarchistische praktijk van het bouwen aan massabewegingen en revolutionaire organisatie
Auteur: Weaver Adam
Datum: 2006
Bron: Especifismo: The Anarchist Praxis of Building Popular Movements and Revolutionary Organization, Black Rose Anarchist Federation

Especifismo – de anarchistische praktijk van het bouwen aan massabewegingen en revolutionaire organisatie

Door Adam Weaver, bron http://blackrosefed.org/especifismo-weaver/

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd in The Northeastern Anarchist #11, in het voorjaar van 2006, onder de titel “Especifismo: The anarchist praxis of building popular movements and revolutionary organization”. Het was de eerste Engelstalige introductie over het concept van het ‘Especifismo’. Hoewel kort en beperkt van diepgang, is het de standaard introductie op dit onderwerp geworden welke inmiddels in verschillende talen is vertaald en nu zelfs door politieke organisaties in Latijns-Amerika wordt gebruikt. De tekst was gebaseerd op een eerdere vertaling en uitwisselingen met de Braziliaans-Amerikaanse anarchist Pedro Ribeiro. Intussen zijn er verschillende diepgaandere teksten naar het Engels vertaald die bijdragen aan een beter begrip van het concept van het Especifismo, zoals de tekst “Huerta Grande” van de Federación Anarchquista Uruguaya (FAU) uit 1972 en de uitgebreide brochure “Social Anarchism and Organization” van de Federação Anarcquista do Rio de Janeiro (FARJ).

Especifismo – een introductie

Wereldwijd is de betrokkenheid van anarchisten binnen massabewegingen in opkomst, evenals de ontwikkeling van specifiek anarchistische organisaties. Deze trend helpt het anarchisme om als dynamische politieke kracht binnen sociale bewegingen legitimiteit te herwinnen. Het Especifismo, is een concept dat werd ontwikkeld vanuit bijna 50 jaar aan ervaringen van anarchisten in Zuid-Amerika, en krijgt inmiddels wereldwijd meer en meer erkenning. Hoewel veel anarchisten met de principes van het Especifismo bekend zullen zijn, moet het Especifismo echter gezien worden als een geheel nieuwe bijdrage aan de anarchistische theorie en praktijk.

De eerste organisatie die het concept van het Especifismo verspreidde – toen nog meer een praktijk dan een ontwikkelde ideologie – was de Federación Anarquista Uruguaya (FAU). De FAU werd in 1956 opgericht door anarchistische militanten die het idee van een specifieke anarchistische organisatie aanhingen. Nadat de FAU de dictatuur in Uruguay had doorstaan, trad zij in het midden van de jaren 1980 in contact met andere Zuid-Amerikaanse anarchisten en wisselde ervaringen uit. Het werk van de FAU ondersteunde onder andere met het oprichten van de Federação Anarquista Gaúcha (FAG), de Federação Anarquista Cabocla (FACA) en de Federação Anarquista do Rio de Janeiro (FARJ) in Brazilië en de organisatie Auca (ver. Rebel) in Argentinië.

De centrale concepten van het Especifismo worden verderop in dit artikel nog verder uitgelegd, maar in het kort zouden zij kunnen worden samengevat in de drie opeenvolgende punten:

  1. De noodzaak voor een specifiek anarchistische organisatie, gebaseerd op een eenheid van idee en praktijk.

  2. Het gebruik van de specifiek anarchistische organisatie om theoretische analyse te ontwikkelen en een strategische, politieke en organiserende praktijk.

  3. Actieve betrokkenheid binnen sociale bewegingen en het bouwen hieraan. Een concept dat wordt omschreven als een proces van ‘sociale injectie.’

Een kort historisch perspectief

Hoewel in eerste instantie alleen ten tonele verschenen in Zuid-Amerika, baseren de concepten binnen het Especifismo zich op een historische draad die internationaal door de anarchistische beweging loopt. De meest bekende hiervan is de Platformistische stroming, welke begon met de publicatie van “Het organisatorisch platform van de Libertair Communisten.” Dit document, dat in 1926 werd geschreven door voormalig boeren-partizanenleider Nestor Makhno, Ida Mett en andere militanten van de Dielo Trouda-groep (vert. Arbeidersbelang) die zich groepeerde rond de krant met dezelfde naam.[1] Na de Russische Revolutie bevond de Dielo Trouda-groep zich in ballingschap in Parijs, waar deze kritiek had op de anarchistische beweging vanwege diens gebrek aan organisatie. Dit gebrek verhinderde een samenhangende reactie op de praktijken van de Bolsjewieken, die de arbeidersraden (Sovjets) omsmeedde tot instrumenten voor hun één-partij-regering. Het alternatief dat de Dielo Trouda-groep voorstelde was een “Algemene Unie van Anarchisten” gebaseerd op het anarcho-communisme, welke tot doel zou hebben om theoretische en tactische eenheid te schaffen en zich zou richten op de klassenstrijd en de vakbonden.

Een ander vergelijkbaar idee is o.a. het “organisatorisch dualisme”, welke in historische documenten van de Italiaanse anarchistische beweging uit de jaren 1920 wordt genoemd. Anarchisten in Italië gebruikten deze term om te duiden op de betrokkenheid van anarchisten binnen zowel anarchistische politieke organisaties evenals binnen de arbeidersbeweging (FdCA). In Spanje stonden de ‘Vrienden van Durruti’ op tegen het langzaam terugdraaien van verworvenheden van de Spaanse Revolutie van 1936.[2] In “Naar een nieuwe revolutie” verwerkte zij een aantal ideeën van het Platform, waarbij ze kritiek uitten op het geleidelijke reformisme en samenwerking met de Republikeinse regering door de CNT-FAI. Deze, zo argumenteerden de Vrienden van Durruti, droeg bij aan het verlies van de antifascistische en revolutionaire krachten. Invloedrijke organisaties in de Chinese anarchistische beweging van de jaren 1910, zoals het Wuzhengfu-Gongchan Zhuyi Tongshi Che (Genootschap van anarchistisch-communistische kameraden), bepleitte vergelijkbare ideeën.[3]

Hoewel al deze verschillende stromingen hun specifieke eigenschappen hebben, welke voortkomen uit de bewegingen en de locatie waar ze hun oorsprong vonden, loopt er een rode draad dwars door deze bewegingen, tijdperken en over alle continenten.

Especifismo uitgewerkt

De Especifisten hebben drie speerpunten uitgewerkt in hun politiek, waarbij de eerste twee betrekking hebben op de graad van organisatie. Door het belang van een specifiek anarchistische organisatie, gebaseerd op een eenheid van ideeën en praktijk, wijzen de Especifisten in feite het idee van de synthesistische-organisatie, waarbij verschillende anarchistische stromingen losjes verenigd zijn in een gemeenschappelijke structuur, af. Zij omschrijven deze vorm van organisatie als een:

“verwoede zoektocht naar de noodzakelijke eenheid van anarchisten tot het punt waarbij eenheid ten koste gaat van al het andere uit angst om stelling te moeten nemen, en waarbij ideeën en voorstellen soms onverenigbaar zijn. Het resultaat van zulke verbanden zijn libertaire collectieven waarbij de eenheid niet verder reikt dan het feit dat men zichzelf als anarchist identificeert.”[4]

Hoewel deze kritiek door de Zuid-Amerikaanse Especifistas is ontwikkeld, hebben Noord-Amerikaanse anarchisten ook hun ervaringen met synthesistische organisaties opgedaan. Deze hadden eveneens vaak een gebrek aan samenhang door de vele, vaak tegenstrijdige politieke stromingen. Vaak komen de uitgangspunten van de groep neer op een vage politiek van de “kleinste algemene deler”, waarbij er weinig ruimte overblijft voor gemeenschappelijke actie of een ontwikkelde politieke discussie tussen kameraden.

Zonder een strategie die voorkomt uit gemeenschappelijke politieke overeenstemmingen, zijn revolutionaire politieke organisaties veroordeeld tot een reactieve politiek tegenover de continue manifestatie van onderdrukking en onrecht en een cyclus van vruchteloze acties die zich keer op keer herhalen en waarbij er weinig analyse of begrip is van hun consequenties.[5] Daarnaast bekritiseren de Especifisten deze stromingen vanwege het feit dat zij gedreven worden door spontaniteit en individualisme, en niet leiden tot serieus, systematisch werk dat nodig voor het opbouwen van een revolutionaire beweging. De revolutionairen uit Latijns-Amerika stellen daarom dat organisaties waarbij een programma ontbreekt,

“welke enige discipline tussen militanten verwerpt, welke weigert “zichzelf te definiëren”, of zichzelf “aan te passen”, […] directe nakomelingen van het bourgeois liberalisme zijn. Zij reageren enkel op sterke stimuli, vinden elkaar alleen in strijd op piekmomenten [en] wijzen gestructureerd te werk gaan af – vooral op momenten van relatieve rust tussen verschillende strijden.”[6]

Binnen het Especifismo ligt een bijzondere nadruk op de rol van de anarchistische organisatie. Deze is gebaseerd op een basis van gemeenschappelijke politieke opvattingen, welke ruimte bieden aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke strategie en reflectie op het organisatiewerk van de groep. Door middel van collectieve verantwoordelijkheid voor het plannen en functioneren van de organisatie, wordt er vertrouwen geschapen tussen de leden van de groepen, waardoor het mogelijk wordt diepe discussies van niveau over het gedane werk. Dit maakt het mogelijk dat de organisatie een collectieve analyse kan ontwikkelen, doelen voor de korte en de lange termijn kan stellen, en continu kan reflecteren op hun werk, en dit kan aanpassen gebaseerd op opgedane ervaringen en aan de omstandigheden.

Revolutionaire organisaties zouden moeten pogen om vanuit deze principes, en op basis van hun ideologische uitgangspunten, een programma te ontwikkelen dat hun korte en middellange termijndoelen definieert die gezamenlijk werken in de richting van hun doelen voor de lange termijn:

“Het programma moet vanuit een grondige analyse van de samenleving en de samenhang tussen de krachten die daar onderdeel van zijn. Deze moet gebaseerd zijn op de ervaring in de strijd van de onderdrukten en op hun aspiraties. Zowel doelen als de taken die de revolutionaire organisatie volgt moeten zich hierop baseren om zo niet alleen het uiteindelijke einddoel te behalen, maar ook de middellange termijndoelen.”[7]

Het laatste punt, welke één van de centrale punten binnen de praktijk van Especifismo is, is het concept van “sociale injectie.” Dit komt voort uit de overtuiging dat de onderdrukten de meest revolutionaire sector in de samenleving zijn, en dat de zaden voor de toekomstige revolutionaire transformatie van de samenleving al te vinden zijn in deze klassen en sociale groepen. Sociale injectie betekend anarchistische betrokkenheid in de dagelijkse strijd van de onderdrukten en de werkende klassen. Het betekent niet het handelen binnen one-issue campagnes gebaseerd op de betrokkenheid door de te verwachten traditionele politieke activisten, maar eerder binnen bewegingen van mensen die ervoor strijden om hun eigen levensomstandigheden te verbeteren. Deze komen niet enkel samen vanuit primaire materiële noodzaak, maar ook vanwege een sociale en historische noodzaak om de aanvallen van de staat en kapitalisme af te weren. Dit heeft bijv. betrekking op arbeidersbewegingen (de strijd van de leden ervan), migrantengemeenschappen die een legale status eisen, studenten uit de werkende klasse die vechten tegen bezuinigingsmaatregelen en het verzet van armen en werklozen tegen ontruimingen en het opheffen van sociale voorzieningen.

Door deze dagelijkse conflicten worden de onderdrukten een bewuste kracht. Deze klasse-op-zichzelf, of betergezegd, klassen-op-zichzelf (gedefinieerd voorbij de klasse-reducerende visie van het stedelijke industriële proletariaat om zo alle onderdrukte groepen in de samenleving die een materieel belang hebben in de nieuwe samenleving mee in te begrijpen), worden gehard, getest en vinden hun oorsprong in deze dagelijkse strijd voor directe behoeften. Dat wil zeggen dat zij van sociale klassen en groepen die objectief gezien en door sociale relaties eenvoudigweg bestaan, zich ontwikkelen tot sociale krachten. Organisch bijeengekomen en vaak vanuit eigen zelfgeorganiseerde samenhang, worden zij bewuste spelers die hun eigen kracht en stem kennen en weten wie hun intrinsieke tegenstander is: elites die controle hebben over de machtsstructuren in de moderne sociale orde.

Voorbeelden van sociale injectie bij de Federação Anarquista Gaúcha (FAG) zijn hun werk in de wijkcomités in de steden en sloppenwijken (genaamd Populaire Verzetscomités), het opbouwen van relaties met leden van de landloze landarbeidersbeweging MST en met afval- en recyclemateriaalverzamelaars. Door de hoge graad van tijdelijke en flexibele arbeid, gebrekkige werkuren en volledige werkeloosheid, overleeft een groot deel van de werkende klasse in Brazilië eerder van wederkerige arbeid en de informele economie dan van loonarbeid. Mensen werken bijvoorbeeld in de bouw, als straatverkoper of verzamelen afval en recyclebare materialen. Door meerjarige inspanning heeft de FAG een sterke relatie opgebouwd met de stedelijke afvalverzamelaars – genaamd catadores. Leden van de FAG hebben de catadores ondersteund met het opbouwen van een landelijke organisatie die hen rond hun gemeenschappelijke belangen probeert te verenigen en helpt geld op te halen om een collectieve recycle-onderneming op te zetten.[8]

Binnen het Especifismo is de opvatting over de relatie tussen ideeën en de massabeweging dat zij niet moeten worden opgelegd door middel van leiderschap, door een “massa-lijn”, of door intellectuelen. Anarchistische militanten moeten niet proberen om een beweging “anarchistische” posities aan te laten nemen, maar zouden moeten proberen te zorgen dat deze bewegingen hun anarchistische drijfveren zien te behouden; dat wil zeggen, hun natuurlijke instelling om zelfgeorganiseerd te zijn en om militant te vechten voor hun eigen belangen. Dit gaat er vanuit dat sociale bewegingen hun eigen logica van revolutie ontwikkelen, en dat dit niet pas gebeurt op het moment als de beweging zichzelf in het geheel als “anarchist” identificeert. Dit gebeurt als deze zich als geheel (of in ieder geval als een overgrote meerderheid) bewust is van de eigen kracht en de mogelijkheid om deze in het dagelijkse leven uit te oefenen op een manier waarbij deze bewust de ideeën van het anarchisme aannemen. Een andere rol voor anarchistische militanten is, volgens de Especifisten, om binnen sociale bewegingen de verschillende politieke stromingen te benoemen en om actief opportunistische voorhoedepolitiek en parlementarisme te bestrijden.

Especifismo in de context van Noord-Amerikaans en Westers anarchisme

Binnen de huidige stromingen van het georganiseerde en revolutionaire Noord-Amerikaanse en Westerse anarchisme, zijn er meerdere aanwijzingen die duiden op een grote inspiratie en invloed van het Platform op de recente wereldwijde opleving van klassenstrijd-anarchisme. Velen zien het Platform als een historisch document dat de organisatorische fouten van het anarchisme binnen de wereldwijde revolutionaire bewegingen in voorgaande eeuwen aanspreekt, en plaatsen zichzelf en hun handelen binnen de “platformistische traditie.” Dit wetende, is het zinvol naar de overeenkomsten en verschillen van het Especifismo en het Platformisme te kijken.

De schrijvers van het Platform waren veteranen van de Russische Revolutie. Ze leidden in Oekraïne de boeren guerrilla-oorlog tegen de West-Europese [contrarevolutionaire] legers en later tegen de Bolsjewieken. De boeren uit de Oekraïne hadden een geheel eigen geschiedenis ten opzichte van het Russische Rijk. De auteurs van het Platform spraken vanuit een rijke ervaring en een historisch sleutelmoment voor hun tijd. Het document, dat tot doel had om de klassenstrijdanarchisten te verenigen, vond echter weinig weerklank. Daarnaast ontbreken een aantal opvallende onderdelen in de analyse en op het gebied van bepaalde vraagstukken die toen ter tijd voor revolutionairen speelden, zoals de onderdrukking van de vrouw en kolonialisme.[9]

Hoewel de meeste anarchistisch-communistische organisaties vandaag de dag claimen dat ze beïnvloed zijn door het Platform, kan het document achteraf vooral gezien worden als een scherp statement als reactie op het moeras waarin het anarchisme zich grotendeels bevond na de Russische Revolutie. Als een historisch project werden het voorstel en de primaire ideeën van het Platform grotendeels verworpen door de individualistische stromingen binnen de anarchistische beweging, werden zij verkeerd begrepen door taalbarrières zoals sommige stellen,[10] of bereikten nooit de groepen of elementen die zich potentieel positief rond het document zouden kunnen scharen. In 1927 organiseerde de Dielo Trouda-groep een kleine internationale conferentie met aanhangers in Frankrijk, maar deze werd al snel verstoord door de politie.

In vergelijking daarmee, is de praktijk van het Especifismo springlevend en ontwikkeld deze zich nog altijd. Daarmee is deze, bediscussieerbaar, een veel relevantere en hedendaagse theorie, die voortkomt uit 50 jaar anarchistische organisatorische ervaring. Opgekomen uit de zuidelijkste punt van Latijns-Amerika heeft het concept inmiddels invloed over het gehele continent. Daarbij komen de ideeën van het Especifismo niet voort uit één enkel oprichtingsdocument, maar is organisch voortgekomen uit de bewegingen uit het globale zuiden, welke de voorhoede vormen in de strijd tegen het internationale kapitalisme en een voorbeeld stellen voor bewegingen wereldwijd. De Especifisten hebben een veel diepere basis voor anarchistische organisatie ontwikkeld dan de “theoretische en tactische eenheid” waar het Platform voor oproept. Zij hebben een strategisch programma ontwikkeld gebaseerd op analyses die uiteindelijk dienen als leidraad voor het handelen van revolutionairen. Ze tonen ons een levend voorbeeld van revolutionaire organisatie gebaseerd op de noodzaak van een gemeenschappelijke analyse, gedeelde theorie en een sterke worteling in sociale bewegingen.

Ik denk dat er, niet alleen op wereldwijde schaal, maar specifiek ook voor klassenstrijd-anarchisten in Noord-Amerika en multi-etnische revolutionairen in de Verenigde Staten, veel inspiratie te vinden valt binnen de Especifismo-traditie. Waar het Platform kan worden gelezen als een document dat de rol van anarchisten beperkt en concentreert rond de vakbonden, geeft het Especifismo een levend voorbeeld waar we naar kunnen kijken en welke zinvolle lessen biedt voor onze taak om in het hier en nu een revolutionaire beweging op de bouwen. Dit alles wetende hoop ik dat dit artikel ons kan helpen om concreter te reflecteren op hoe we als beweging onze tradities formuleren en verder ontwikkelen.

Voetnoten

[1] Skirda, Alexandre. Facing the Enemy, A History of Anarchist Organization from Proudhon to May 1968. Oakland, CA: AK Press 2002. p.192-231

[2] Guillamon, Agustin. The Friends of Durruti Group: 1937-1939, San Francisco, AK Press, 1996.

[3] Krebs, Edward S. Shifu, the Soul of Chinese Anarchism. Landham, MD: Rowman & Littlefield, 1998.

[4] En La Calle (Anoniem artikel). “La Necesidad de Un Proyecto Propio, Acerca de la importancia del programa en la organizacion polilitica libertaria” of “The Necessity of Our Own Project, On the importance of a program in the libertarian political organization” En La Calle, uitgegeven door Organización Socialista Libertaria, Argentinië, juni 2001. Vertaling door Pedro Ribeiro. 22 dec. 2005.

[5] Featherstone, Liza, Doug Henwood en Christian Parenti. “Action Will Be Taken: Left-Wing Anti-Intellectualism and Its Discontents” Lip Magazine, 11 nov. 2004, 22 dec. 2005.

[6] En La Calle

[7] En La Calle

[8] Eduardo, toen secretaris van externe relatie voor de Braziliaanse Federação Anarquista Gaúcha (FAG). “Saudacoes Libertarias dos E.U.A.” E-mail aan Pedro Ribeiro, 25 juni 2004

[9] Daarbij moet worden gezegd dat ook de traditie van het Platformisme niet volledig stil staat. Recentelijk (eind 2018) is er in Duitsland een nieuw initiatief rondom het Platform geïnitieerd, waarbij anarchistische kameraden een anarcho-communistische organisatie proberen op te richten rondom de ideeën van het Platform. Het initiatief, Die Platform, heeft daarbij echter de analyse ook naar de actualiteit aangevuld met een moderne analyse omtrent de genderongelijkheid, milieu etc. (Zie voor het document: https://www.dieplattform.org/wp-content/uploads/2019/02/layout17shre-7.pdf)

[10] Skirda, p.168