Braziliaanse Anarchistische Coördinatie (CAB)
Feminisme en Georganiseerd Anarchisme
Onze opvatting van feminisme vanuit het perspectief van het georganiseerde anarchisme
Kritiek op het eurocentrische liberale feminisme
Kritiek op eurocentrisch liberaal feminisme
Het verwerpen van feminisme dat alleen voor vrouwen geldt
Pleiten voor uitbreiding van sociale rechten door middel van volksstrijd en directe actie
Dit document is geproduceerd door de Braziliaanse Anarchistische Coördinatie [Coordenação Anarquista Brasileira] (CAB), een groep anarchistische organisaties die samenwerken in heel Brazilië.
In 2023 is de CAB gesplitst en hebben de meest actieve especifismo groepen samen een nieuwe organisatie opgezet genaamd Organização Socialista Libertária (OSL).
Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd in april 2020, vertaling door Forum voor Georganiseerd Anarchisme van uit het Engels.
Onze opvatting van feminisme vanuit het perspectief van het georganiseerde anarchisme
Wij vrouwen die deel uitmaken van de organisaties die de Braziliaanse Anarchistische Coördinator (CAB) vormen, zien onszelf als onderdeel van een lange traditie van anarchistische vrouwen die de onderdrukking van mannen en vrouwen aan de kaak hebben gesteld en er radicaal tegen hebben gestreden; daarom heeft de exploitatie van arbeid voor ons ook een bijzondere betekenis. Wij maken deel uit van de talloze anarchistische vrouwen die, hoewel ze door de geschiedenis van bovenaf zijn uitgewist, de confrontatie zijn aangegaan met het geweld waar wij als vrouwen mee te maken hebben; vrouwen die nieuwe manieren van liefde hebben geleid en zich verzet hebben tegen het burgerlijke gezinsmodel dat de basis vormt van het systeem; vrouwen die zich verweerden tegen machogeweld, vaak afkomstig van hun eigen kameraden; autodidactische vrouwen, die alfabetisme bevorderden en een bevrijdende scholing voorstonden, die in de pers optraden door libertaire kranten op te richten en erin te publiceren; vrouwen die de wapens opnamen! Deze onbevreesde en onbuigzame vrouwen vochten tegen een onderdrukkend systeem voor een waardig en vrij leven en zaaiden zaden van bevrijding over de hele wereld. Er zijn veel anonieme vrouwelijke strijders uitgewist uit de geschiedenis van mannen. Er zijn velen die ons zijn voorgegaan, velen die niet meer onder ons zijn. Wij dragen hun nalatenschap in ons.
Dit verhaal is niet met ons begonnen en het zal morgen niet eindigen, er is veel strijd en veel te doen.
Als anarchisten geloven we dat feminisme en de antipatriarchale strijd, evenals de antiracistische en antikoloniale strijd, fundamentele strategieën zijn om dit systeem te vernietigen. We begrijpen dat machtsverhoudingen op specifieke manieren gestructureerd zijn en dat het noodzakelijk is om deze te begrijpen als we het systeem van onderdrukking in zijn geheel willen vernietigen. Wij geloven in de ontwikkeling van militanten die actief deelnemen aan volksorganisaties; die actie ontwikkelen door middel van directe actie en directe democratie. In die zin pleiten we voor een klassenstrijdgericht en grassroots feminisme. Ons feminisme is een sociale en collectieve strijd. We geloven niet in onderverdeling van de feministische strijd, maar eerder dat feminisme dwars door al onze organisatiesheen moet lopen; dat feministische formuleringen en methodologieën niet gericht kunnen zijn op individuele vrijheid, maar op de verovering van de vrijheid van op elk gebied en van elk onderdrukt lichaam.
Dit is onze opvatting.
Wat zijn onze uitgangspunten?
Historisch gezien heeft het anarchisme gestreden tegen verschillende onderdrukkingen waaronder mensen van de lagereklassen te lijden hadden; daarom begreep het dat de onderdrukten verder gingen dan een beperkte klassencategorie. Door een brede visie op klasse aan te nemen, wees het anarchisme op het idee dat de onderdrukkingen waaraan we onderworpen zijn op de meest uiteenlopende manieren gestructureerd zijn. Het feminisme waar wij als anarchisten aanspraak op maken, zou dus bijvoorbeeld niet alleen het idee van klasse als middelpunt mogen hebben. Deze benadering zou leiden tot een oppervlakkige analyse, waarin gender, geslacht en ras niet relevant zouden zijn en we dus niet dicht bij de sociale werkelijkheid zouden staan die we ervaren. Uiteindelijk zou zo'n benadering ook niet in overeenstemming zijn met onze opvatting van anarchisme.
Het is te wijten aan een analyse die zich beperkt tot klasse dat er bijvoorbeeld in de Zwarte bevrijding bewegingen zijn waar de genderkwestie op de achtergrond blijft en Zwarte vrouwen het zwijgen wordt opgelegd. Of, aan de andere kant, door de klasse buiten beschouwing te laten, lopen we het risico een analyse uit te werken die losstaat van de materiële realiteit van bijvoorbeeld de Zwarte mensen in de periferie. Op dezelfde manier zijn er ook ruimtes voor vrouwen waar noch over klasse noch over ras wordt gesproken en waar werkende vrouwen en Zwarte vrouwen elkaar niet kunnen ontmoeten, laat staan zich kunnen identificeren met de toespraken en discussies die daar plaatsvinden. Of er zijn bepaalde ruimtes waar klasse centraal staat, kwesties van ras en gender op de achtergrond blijven en witte en niet-witte vrouwen zich helemaal niet op hun gemak of geïdentificeerd voelen.
We begrijpen dat genderonderdrukking samenhangt met ras en klasse, en dit is iets dat verandert afhankelijk van de sociale en materiële context waarin de personen zich bevinden. In die zin dient het idee van "intersectionaliteit" ons als een instrument voor de analyse van dominantie en helpt het ons om bepaalde kwesties te begrijpen. In die zin begrijpen we dat onderdrukkingen transversaal zijn (ze doorkruisen en worden doorkruist door andere onderdrukkingen) en aanwezig zijn op alle gebieden van ons leven en onze samenleving. We kunnen echter niet van daaruit beginnen en dit transversale karakter verwarren met het idee dat onderdrukkingen totaal homogeen zijn of dat ze eenvoudigweg een optelsom zijn van verschillende soorten onderdrukkingen. Bovendien moeten we de sociale werkelijkheid zien als als veroorzaker van onderdrukking en niet als een gevolg ervan. Tegelijkertijd kunnen we niet alleen aan theorie- of ideologiekwesties denken zonder te kijken en te begrijpen hoe de dingen in de praktijk (en op materieel gebied) gebeuren, zodat we niet uit het oog verliezen dat ons feminisme verre staat van individuele bevrijding of gedrag, maar een sociale en collectieve strijd is.
Daarom kan voor ons bij CAB ons feminisme alleen "feminisme van onderop" zijn, dat rekening houdt met de omstandigheden van gender, ras, klasse en seksuele diversiteit, in het besef dat deze elementen en hun machtsverhoudingen hand in hand gaan om de overheersingsrelaties die door ons heen lopen te structureren.
Kortom, wij geloven dat ons feminisme, als especifista anarchisten, een klassenstrijdgericht, antiracistisch, antikapitalistisch, niet-exclusief (en trans-inclusief) feminisme moet zijn met een revolutionair perspectief gericht op een breuk met de staat.
Kritiek op het eurocentrische liberale feminisme
Als vrouwen die geloven in het vechten aan de zijde van de onderklasse, hebben wij als anarchisten onze bezwaren tegen en kritiek op het eurocentrische liberale feminisme. Gedurende haar ontwikkeling heeft het liberale feminisme prioriteit gegeven aan individuele vrijheden, het uitdragen en verdedigen van het standpunt dat "we allemaal gelijk zijn". Langs deze weg probeerde het de vrouw gelijk te stellen aan de witte, burgerlijke man en eiste voor hen dezelfde rechten op als voor de man. Net als de opvattingen van het liberalisme eindigt dit feminisme met bezuinigingen die beperkt blijven tot het niveau van het individualisme.
Onze kritiek op het liberale feminisme heeft dus alleen betrekking op haar pleidooi voor individuele bevrijding, zonder reflectie op klasse. Op deze manier reproduceert het de kapitalistische logica wanneer het de emancipatie van vrouwen alleen ziet in de vorm van erkenning en sociale mobiliteit, bijvoorbeeld binnen een samenleving die ongelijk blijft. In deze opvatting zouden vrouwen het recht hebben om dezelfde banen te hebben als mannen, maar als ze daar zijn, blijft de logica van ongelijkheid zichzelf reproduceren. Dit liberale feminisme heeft zich concepten en richtlijnen toegeëigend die historisch gezien afkomstig zijn uit de volks- en vrouwenstrijd. Het eigent zich, op een vervormde manier, veel concepten toe om te voldoen aan liberale en neoliberale leefregels. Deze toe-eigening dient het kapitalisme op vele manieren. Eén voorbeeld is het gebruik van het idee van gelijkheid door de markt, met zijn massapropaganda, die bijdraagt aan de naturalisatie van een zogenaamde "gelijkheid" die al bestaat en die de logica van het kapitalisme en de staat, die intact blijft, normaliseert. Op deze manier voedt de markt de valse illusie van gelijkheid, door als "empowerment" te verkondigen dat vrouwen "kunnen slagen in grote bedrijven", in staatsfuncties, etc., door hoge posities of leiderschap te bereiken, in een meritocratische logica. Maar als ze op deze posities zitten, blijven ze werken voor en binnen het systeem, zonder zich af te vragen waarom andere vrouwen niet "geslaagd" zijn, zonder deze ongelijkheid toe te schrijven aan het kapitalistische systeem.
Dit proces van verstoring heeft zich ook voorgedaan met het concept van "Empowerment", waarvan de uitwerking tot stand kwam door het werk van de kritische pedagogie, in het bijzonder dat van Freire. Het is belangrijk om te onthouden dat dit concept is ontstaan uit volksbewegingen en op een verdraaide manier is overgenomen door het liberale feminisme. Daarom moeten we, als we het over Empowerment hebben, het terugbrengen naar zijn collectieve wortels. Alleen collectieve empowerment zal een verschil maken in de strijd van vrouwen.
Voor het liberale feminisme is een schijnbare "gelijkheid" binnen het kapitalistische systeem zelf genoeg. Voor ons moeten we het kapitalisme en de staat omverwerpen. En dit is een voorwaarde voor het opbouwen van echte vrijheid en gelijkheid voor vrouwen. In die zin merken we ook op dat we het eurocentrische karakter van dit feminisme moeten overstijgen. Om dit te doen, nemen we als referentie de lezing van wat Koerdische vrouwen aan het opbouwen zijn en hun kritiek op het Eurocentrische karakter dat de feministische opbouw over de hele wereld heeft beïnvloed. We moeten een feminisme opbouwen met onze voeten op de grond in onze eigen Latijns-Amerikaanse realiteit. En dit houdt in dat we onze eigen geschiedenis en onze eigen opbouw als Latijns-Amerikaanse vrouwen moeten begrijpen, dat we moeten putten uit onze ervaringen en onze opeenstapeling, dat we concepten moeten deconstrueren en opbouwen die uitgaan van onze concrete realiteit.
Voor een trans-feminisme
Voor ons anarchistische especifista vrouwen is het uiterst belangrijk om vooruitgang te boeken met het concept van feminisme dat we nationaal willen opbouwen. Daarom moeten we duidelijk maken dat ons feminisme ook transpersonen (mannen en vrouwen) omvat. Op deze manier identificeren we ons niet met "radicaal feminisme" (of een trans-exclusief feminisme) omdat we als anarchisten het einde van alle overheersing in de samenleving verdedigen. Voor ons is het onlogisch om te denken aan een feminisme dat onderdrukte mensen uitsluit, mensen die mishandeld en vermoord worden door de trans haat die elke dag onze samenleving doordringt. We moeten de waardigheid, het respect en de rechten van alle mensen, absoluut alle mensen, behouden en verdedigen. Natuurlijk kunnen we niet stoppen met heteronormativiteit te relateren aan het machoïsme. Dit is een factor die uiteindelijk weerklinkt in de discussie over de constructie van het gezin en arbeid. Het is daarom belangrijk om de kwestie van mannelijkheid ook als een genderdiscussie te beschouwen, aangezien we er allemaal door beïnvloed worden en door de manier dat mensen het zien.
Kritiek op eurocentrisch liberaal feminisme
Als anarchistische vrouwen die geloven in het vechten aan de zijde van de mensen van onderop, zijn we het oneens met en hebben we kritiek op het eurocentrische liberale feminisme. In de loop van haar ontwikkeling heeft het liberale feminisme individuele vrijheden geleid, door de opvatting uit te dragen en te verdedigen dat "we allemaal gelijk zijn". In dit traject probeerde het vrouwen gelijk te stellen aan blanke, burgerlijke mannen en voor hen dezelfde rechten op te eisen. Net als opvattingen over liberalisme eindigt dit feminisme met claims die beperkt zijn tot het niveau van individualisme.
Onze kritiek op het liberale feminisme heeft dus alleen betrekking op haar pleidooi voor individuele bevrijding, zonder reflectie op klasse. Op deze manier reproduceert het de kapitalistische logica wanneer het de emancipatie van vrouwen alleen ziet als erkenning en sociale mobiliteit, bijvoorbeeld binnen een samenleving die ongelijk blijft. In deze opvatting zouden vrouwen het recht hebben om dezelfde banen te hebben als mannen, maar als ze daar zijn, blijft de logica van ongelijkheid zichzelf reproduceren. Dit liberale feminisme heeft zich concepten en richtlijnen toegeëigend die historisch gezien afkomstig zijn uit de volks- en vrouwenstrijd. Het eigent zich, op een vervormde manier, veel concepten toe om te voldoen aan liberale en neoliberale leefregels. Deze toe-eigening dient het kapitalisme op vele manieren. Een voorbeeld is het gebruik van het idee van gelijkheid door de markt, met zijn massapropaganda, die bijdraagt aan de naturalisatie van een vermeende "gelijkheid" die al bestaat, en die de logica van het kapitalisme en de staat, die intact blijft, naturaliseert. Op deze manier voedt de markt de valse illusie van gelijkheid, door als "empowerment" te verkondigen dat vrouwen "kunnen slagen in grote bedrijven", in staatsfuncties, etc., door hoge posities of leiderschap te bereiken, in een meritocratische logica. Maar als ze op deze posities zitten, blijven ze werken voor en binnen het systeem, zonder zich af te vragen waarom andere vrouwen niet "geslaagd" zijn, zonder deze ongelijkheid toe te schrijven aan het kapitalistische systeem.
Dit proces van vervorming deed zich ook voor bij het begrip "Empowerment", waarvan de contouren werden gevormd door het werk van de Freireaanse kritische pedagogie. Het is belangrijk om te onthouden dat dit concept zijn oorsprong vond in volksbewegingen en op een vervormde manier werd overgenomen door het liberale feminisme. Daarom moeten we, als we het over empowerment hebben, het uit de collectieve wortels halen. Alleen collectieve empowerment zal een verschil maken in de strijd van vrouwen.
Voor het liberale feminisme is een gesimuleerde "gelijkheid" binnen het kapitalistische systeem zelf genoeg. Voor ons is het noodzakelijk om het kapitalisme en de staat omver te werpen. En dit is een voorwaarde voor de opbouw van echte vrijheid en gelijkheid voor vrouwen. In die zin merken we ook op dat we verder moeten gaan dan het eurocentrische karakter van dit feminisme. Hiervoor nemen we als referentiepunt de analyse die Koerdische vrouwen aan het opbouwen zijn en hun kritiek op het Eurocentrische karakter dat de opbouw van het feminisme in de wereld heeft beïnvloed. We moeten een feminisme opbouwen met onze voeten op de grond van onze eigen Latijns-Amerikaanse realiteit. En dit doen we door onze eigen geschiedenis en onze eigen constructie als Latijns-Amerikaanse vrouwen te begrijpen, door gebruik te maken van onze ervaringen en onze opeenstapelingen, door concepten te deconstrueren en te construeren die gebaseerd zijn op onze concrete werkelijkheid.
Het verwerpen van feminisme dat alleen voor vrouwen geldt
Wij geloven ook dat exclusieve ruimtes belangrijk zijn om mensen van een bepaalde sociale groep te versterken en dat we hun behoeften moeten begrijpen en respecteren. Daarom zien we geen probleem in het hebben van exclusieve ruimtes (we begrijpen ook hun kracht, belang en noodzaak) als er eisen ontstaan in de ruimtes die we bouwen, maar we beseffen dat de beweging niet alleen op deze manier zou moeten plaatsvinden. In die zin geloven we ook dat we gemengde ruimtes nodig hebben, omdat gender iets is dat de realiteit van mannen en vrouwen doorkruist, niet alleen die van vrouwen. Mannen voelen ook verschillende druk vanuit de maatschappij om hun mannelijkheid uit te voeren op een manier die het gezonde verstand honderden jaren geleden al voor hen heeft bepaald. We begrijpen dus dat het belangrijk is dat mannen ook hun eigen ruimtes hebben voor educatie, discussie en debat om na te denken over nieuwe manieren van handelen in de politieke en sociale sfeer; het herzien van de houdingen en ondeugden die de structuur van de macho-maatschappij hen dagelijks laat reproduceren, of dat nu in hun persoonlijke, professionele of politieke leven is. We moeten ook begrijpen dat de inclusie van cis-mannen anders is dan de inclusie van trans-personen. We begrijpen dan bijvoorbeeld dat een transvrouw moet worden geïncludeerd in een exclusieve vrouwenruimte en dat een transman moet worden geïncludeerd in een mannenruimte en dat beiden in die ruimtes moeten worden geaccepteerd.
Pleiten voor uitbreiding van sociale rechten door middel van volksstrijd en directe actie
Gezien het feit dat de strijd van vrouwen vaak moet gaan via de verovering van zeer elementaire programma's die onder verantwoordelijkheid van de staat blijven vallen, denken we dat we deze programma's niet moeten opgeven, omdat we niet op de revolutie kunnen wachten om basisrechten te veroveren. Met andere woorden, we kunnen niet alleen met een maximaal programma werken. De sociale revolutie zal worden opgebouwd in de dagelijkse strijd en macht van het volk, in de vooruitgang en verovering van meer beleid en rechten, maar ook in het behoud ervan.
Vrouwen zijn de eersten die verwaarloosd worden, zij zijn de eersten die ontslagen worden in een crisis, zij zijn degenen die het meest te lijden hebben onder de stijging van de kosten voor voedsel en levensonderhoud. Wat het moederschap betreft, worden de ruimtes waar het moederschap wordt gereproduceerd uiteindelijk toegeëigend door de staat (prenatale zorg, kinderdagverblijven, etc.). We plaatsen ons in de strijd voor deze basisrichtlijnen binnen de grenzen van de staat omdat deze verplicht moet worden om deze rechten te garanderen en, als de staat ze niet geeft, moeten we ze afnemen, met onze eigen handen en onze eigen strijd. Zo verdedigen we de strijd voor huisvesting, kinderdagverblijven, gehumaniseerde bevallingen en betere hulp in ziekenhuizen, onderwijs en gezondheid, die rechtstreeks van invloed zijn op het leven van alledaagse vrouwen.
We zijn ons ervan bewust dat we eisen stellen aan de staat terwijl we verlangen naar de ondergang ervan. Aan de andere kant is ons standpunt er een van confrontatie en niet van vragen aan de Staat. We gaan de confrontatie aan met de staat zodat die vandaag kan voorzien in wat dringend is voor het leven van vrouwen van de onderklasse. In die zin hebben we ervoor gekozen om de term "overheidsbeleid" te gebruiken in plaats van "hervormingen". Wat we eisen in de confrontatie met de staat is de uitvoerbaarheid van overheidsbeleid dat een verschil maakt voor vrouwen. En het is altijd een eis voor rechten die voortkomt uit strijd en volksorganisatie. Daarnaast geloven we in en streven we naar autonome inspanningen van vrouwen binnen hun eigen gemeenschap. Terwijl de staat geen beleid garandeert dat voor het minimum kan zorgen, moeten we samen met de gemeenschappen zelfbeherende en autonome inspanningen opbouwen, ondersteunen en verdedigen die gericht zijn op het organiseren van collectieve oplossingen voor het leven van vrouwen. Daarom moeten we bouwen aan en solidariteit tonen met de ervaringen van collectieve zelforganisatie van kinderopvang, de mogelijkheden van het bouwen van "coöperaties" of coöperatief werk, die manieren zijn om vrouwen in hun gemeenschap te binden. Deze ervaringen zijn processen die bijdragen aan de opbouw van volksmacht [macht van onderop], zelfbeheer, autonomie en empowerment van werkende vrouwen en de meest onderdrukte vrouwen. Dit zijn principes die wij verdedigen en daarom zijn het ook onze taken en verantwoordelijkheid.
We staan aan de zijde van de vrouwen in deze strijd die niet alleen de strijd voor basisrechten betreft, maar ook revolutionaire transformaties. In dit streven pleiten we voor volksstrijd en directe actie in de verovering van rechten en de opmars naar volksmacht, samen met de strategie van zelfverdediging, niet alleen in fysieke zin, maar ook als collectieve houding, die samen met onze kameraden wordt doordacht, ontwikkeld en uitgewerkt. In dit proces bouwen we dagelijks, in de strijd, aan een breuk met de staat, het kapitalisme en het patriarchaat, en de opmars naar de opbouw van zelforganisatie en autonomie.
Gewapend met deze principes en bouwend aan een feminisme gebaseerd op de relatie tussen theorie en praktijk, staan we in de gelederen van de vrouwenstrijd, als anarchisten en feministen! Moge het feminisme een realiteit zijn voor de onderdrukte vrouw en moge de vrouwenstrijd groeien en zich verspreiden met strijdbaarheid, wederzijdse hulp en zusterschap in alle uithoeken van de wereld!
Voor de macht van het volk!
Voor een leven in waardigheid, vrijheid en niet onderdanigheid!
Op hen die vechten!