Frodo Tromp
“Als je de terreur van de sociale dienst overleefd hebt, ben je stressbestendig als geen ander”
Raven vroeg in 1998 voor het eerst bijstand aan, en heeft de afgelopen zestien jaar de nodige ervaring opgedaan met de repressie van de sociale dienst van de gemeente Oosterhout. “Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Ze zijn al jaren bezig om mij aan de dwangarbeid te krijgen. Voorheen noemden ze dat ‘work first’, maar dat kwam op hetzelfde neer. Ze geven het beestje blijkbaar elke keer een andere naam.” Door niet toe te geven en met hulp van een advocaat is ze nooit aan de dwangarbeid gezet, ondanks meerdere pogingen daartoe. Hieronder haar indrukwekkende verhaal.
“Ik ben in 1998 in de bijstand terecht gekomen. Ik had mijn HBO-opleiding voortijdig afgebroken. Het werd vaak negatief uitgelegd dat ik mijn studie niet had voltooid. Dat heb ik gemerkt bij gesprekken die ik later had op het arbeidsbureau en bij de sociale dienst. Je krijgt overal zelf de schuld van. Maar ik ben juist verantwoordelijk en heel gedreven en kon ook goed leren. Maar helaas heb ik tijdens mijn stage te maken gekregen met discriminatie vanwege mijn buitenlandse afkomst en seksuele geaardheid, waardoor ik genoodzaakt werd om mijn studie af te breken.”
Raven vroeg toen een bijstandsuitkering aan. “Toen ik mezelf in liet schrijven op het arbeidsbureau en een uitkering aanvroeg, was er weinig belangstelling voor mijn verhaal. En ik moest een beroep invullen. Maar geen diploma hebben betekent ook geen beroep hebben. Dus wat moest ik invullen? Het gaf veel spanningen bij mij en ook in de thuissituatie. Door het arbeidsbureau kreeg ik hele rare aanbiedingen voor werk. Zo kan ik me nog goed herinneren dat een consulente aldaar aankwam met een baantje in de reclame. Het was daarbij de bedoeling dat ik posters in bushokjes zou gaan ophangen en vervangen. Daar werd ik gelukkig niet voor aangenomen omdat de baas iemand zocht van rond de achttien jaar. Met zulk soort rare baantjes kwam men dus aan. Uiteindelijk heb ik zelf om een beroepskeuzetest gevraagd bij het arbeidsbureau, maar daar kwam helaas niets uit. Toen ben ik maar voor mezelf gaan nadenken en heb ik besloten dat ik het best de secretariële richting uit kon gaan. Met dit soort taken had ik al ruime ervaring opgedaan tijdens mijn stage en ook tijdens bijbaantjes in mijn studententijd. Bovendien had ik een typediploma en was ik goed met taal. Ik heb gevraagd om een omscholing, maar die kreeg ik niet. En ik ben fanatiek gaan solliciteren, maar als zesentwintigjarige niet-afgestudeerde een secretariële baan vinden was niet echt haalbaar.”
Melkertbaan en WW
“Na een jaar kwam een nieuwe consulente aan met een Melkertbaan op een boekhoudkundige afdeling van een bejaardentehuis. Dat leek mij geen goed plan omdat ik zeer slecht in boekhouden ben. Ik wilde graag wat meer de secretariële richting in. Maar daar had die nieuwe consulente geen boodschap aan. Ik werd gedwongen op die boekhoudkundige afdeling te gaan solliciteren en zo niet, dan was ik mijn uitkering kwijt. Een keuze had ik niet. Tijdens mijn sollicitatiegesprek heb ik eerlijk gezegd dat ik slecht ben in boekhouden. Men gaf te kennen dat geen probleem te vinden, want er waren genoeg andere taken. En bovendien wilde het arbeidsbureau heel graag dat ze mij zouden aannemen. Het ging om een Melkertbaan met een jaarcontract waarbij ik honderd gulden meer verdiende dan de bijstandsuitkering. Maar dat bedrag werd direct in mindering gebracht op mijn huursubsidie waardoor ik er nog niets mee opschoot.”
“Ik heb de meest stompzinnige taken moeten uitvoeren tijdens deze Melkertbaan. Wekenlang stickers op dozen plakken en daarna weer wekenlang hele dagen guldens tellen en enveloppen dichtlikken (nee, niks geen sponsje). Nadat ik het hele archief voor het bejaardentehuis op orde had gebracht, werd mijn jaarcontract voortijdig afgebroken omdat ze toch liever een boekhouder aan wilden nemen. Uiteraard was ik erg boos over de hele gang van zaken. Tijdens het sollicitatiegesprek vond men het geen probleem dat ik niet kon boekhouden en vervolgens word je toch om die reden ontslagen. Ik ging niet akkoord met het ontslag, waarop ik te werk gesteld werd als een hulp op een afdeling voor demente ouderen. Ik moest boodschappen voor hen doen en activiteiten begeleiden. Maar ik kon daar niet tegen. Ik kwam elke dag depressief en met hoofdpijn thuis. Het was gewoon niets voor mij, psychisch te zwaar. Ik heb dat ook aangegeven en na lang touwtrekken besloot het bejaardentehuis mijn salaris (wat dus op uitkeringsniveau was) dan maar door te betalen totdat mijn jaarcontract van rechtswege afgelopen zou zijn. Daarna kreeg ik een WW-uitkering voor een half jaar.”
“Mijn WW-uitkering was overigens ook op bijstandsniveau. Dus of ik nou WW had of bijstand, dat maakte financieel niets uit. Wel vond ik de WW relaxter. Ze verwachtten dat je één keer per week een sollicitatie deed. Vervelende gesprekken had ik verder niet met ze. In de bijstand was dat wel anders. Telkens als ik een gesprek had gehad met een consulente, kwam ik met stress thuis. Ze trekken alles wat je zegt in het negatieve. Zo kan ik me nog herinneren dat ik eens gezegd had van dieren te houden. Kreeg ik gelijk als antwoord terug: ‘U houdt zeker van dieren omdat u een hekel heeft aan mensen’. En vraag je om een omscholing, dan word je ook ontmoedigd. Alsof ik niets kan en zeker geen HBO afmaken. Ik had echt het gevoel dat ze denken dat iedere bijstandsgerechtigde een analfabeet is (of toch op zijn minst dom). Gewoon dom, lui, een nietwiller en een fraudeur. Dat is de algemene manier waarop je benaderd wordt tijdens de gesprekken met consulenten. Zo heb ik dat echt ervaren.”
Zinloze opleiding, zinloze sollicitatietrainingen
“Uiteindelijk heb ik, na lang zeuren, een kortdurende secretariële scholing mogen doen via het arbeidsbureau. Ik had daar niet zoveel aan, want het meeste kon ik al. Werken met de computer, typen, dat soort zaken. Een diploma kreeg je er ook niet voor, alleen een certificaat. Ik heb het toch aangegrepen om dat certificaat als uitgangspunt te kunnen gebruiken bij mijn sollicitaties. Dan had ik in elk geval een papiertje dat ik als basis kon gebruiken, ook al stelde het dan niet zoveel voor.“
“In de tussentijd volgde ik ook een sollicitatietraining via het arbeidsbureau. Daar had ik ook niet zoveel aan, maar het was een verplichting. Ik heb in de afgelopen jaren meerdere sollicitatietrainingen moeten volgen, waar ik weinig aan gehad heb. Omdat solliciteren niets opleverde, vroeg ik of ik vrijwilligerswerk mocht doen om op die manier toch wat werkervaring te verkrijgen, maar dat mocht niet. Ik heb toen alleen in het weekend vrijwilligerswerk gedaan.”
“Vanaf 2001 ben ik aangemeld bij diverse reïntegratiebedrijven. Dat was allemaal geen zuivere koffie. Een consulent gaf zelfs openlijk toe dat er gebruik werd gemaakt van nepvacatures, en dat uitzendbureaus daar ook aan meededen. In die tijd leek het ook wel alsof reïntegratiebedrijven als paddenstoelen uit de grond oprezen. Van het ene naar het andere reïntegratiebedrijf werd ik gestuurd. Een van die bedrijven was Sagenn. Daar moest ik meerdere keren per week naar toe om alweer sollicitatietrainingen te volgen, gesprekken te hebben met werkcoaches en vacatures uit de krant te knippen. Van keukenverkoper tot beveiligingsmedewerker. Ik moest ook op vacatures reageren waarvoor ik mezelf totaal niet geschikt achtte. Dat ik kort daarvoor een secretarieel certificaat had behaald via het arbeidsbureau, deed weinig ter zake.”
Belastingdienst
“Pas in 2004 heeft alweer een ander reïntegratiebedrijf, Aegens, mij binnen kunnen loodsen bij de Belastingdienst. Die kregen subsidie als ze een werkloze aannamen in een jaarcontract. Men kon daar veel geld voor vangen, volgens mij ging het om tienduizend euro per persoon per jaar alleen al voor de werkgever die jou aannam. Tijdens het sollicitatiegesprek kreeg ik al te horen dat ik er niet op moest rekenen dat dat jaarcontract verlengd zou gaan worden. Daarna zouden ze immers weer een nieuwe werkloze aannemen om werkervaring op te doen. Ik merkte toen al dat het niet klopte. Werkervaring opdoen werd als smoes gebracht om telkens de subsidiepot leeg te kunnen trekken over de ruggen van werkloze mensen. En of een werkloze nu wel of niet goed functioneerde, wel of niet zijn best deed, dat maakte niets uit. Na een jaar werd hij toch weer vervangen door een nieuwe werkloze (of eventueel een arbeidsgehandicapte, werd erbij gezegd). Dat is niet zuiver. En zeker niet omdat degenen die werkzaam waren bij de Belastingdienst, zelf wel vaste contracten hadden met goede voorwaarden. Ik kwam er ook al heel gauw achter dat dat de personen waren met het juiste netwerk. Bijvoorbeeld omdat ze via een familielid die al bij de Belastingdienst werkte aan een baan waren gekomen, of omdat het kinderen waren van boeren of KNIL-militairen.“
“Maar ik kreeg wel het minimumloon betaald, en wilde heel graag aan het werk. Daarom ben ik er toch voor gegaan. Ik ging er maandelijks wel vierhonderd euro op vooruit en dat is heel veel voor een bijstandsgerechtigde. Het werk zelf was ook in mijn richting. Ik was receptioniste bij de balie. Omdat er veel gefrustreerde mensen binnenkwamen (sommigen zelfs ronduit agressief en gewelddadig) was het wel werk waarvoor je goed tegen stress moest kunnen. Maar dat lukte me prima. Geloof me, als je de terreur van de sociale dienst overleefd hebt, dan ben je stressbestendig als geen ander. Uiteindelijk heb ik dat jaar nog weten te rekken tot anderhalf jaar door een half jaar bij de Belastingtelefoon te gaan werken. Dat werk was moeilijk. Daar moest je eigenlijk fiscaal recht voor gestudeerd hebben.”
WW-uitkering en fraude
“Ik heb in december 2005 een WW-uitkering aangevraagd en daar vier maanden op moeten wachten. Ik moest rood gaan staan om mijn rekeningen te kunnen betalen en bij mijn oma gaan eten om die periode te kunnen overleven. In 2006 had ik het eerste half jaar WW, die nog tien euro onder de bijstand zat. Ik heb voor die tien euro aanvullende bijstand aangevraagd.”
“Toen ik werkzaam was bij de Belastingdienst, kreeg de sociale dienst een anonieme tip over mij binnen. Ik zou frauderen. Mijn toenmalige consulente van de sociale dienst heeft al die tijd die tip op haar bureau laten liggen totdat ik weer opnieuw bijstand aanvroeg (die tien euro dus). Toen zag ze haar kans schoon om zowel de sociale recherche als de Belastingdienst op mij en mijn familie af te sturen. En waarvoor? Ik zou te weinig thuis zijn. ’s Avonds na mijn werk ging ik vaak langs mijn moeder en grootmoeder om samen met hen te eten en om het even gezellig te hebben. En dat mocht blijkbaar niet. Als je te vaak langs gaat bij je familie, dan word je dus al verdacht van fraude.”
“Ik moest meewerken aan allerlei vernederende onderzoeken, zoals in kasten laten kijken en intieme vragen beantwoorden. Je houdt geen privéleven meer over. Ze tellen je onderbroeken gewoon letterlijk in je kast. Ook waren ze op zoek naar herenkleding. Ik vond het allemaal zeer vernederend en privacyschendend. Hoe ze erbij kwamen, is mij nog steeds een raadsel, want ik val niet eens op mannen.”
“Mij werd verteld dat ik te veel kleren had. Maar ik moest er wel representatief uitzien tijdens mijn sollicitaties en tijdens mijn werk als receptioniste. Mijn familie werd gedwongen om medewerkers van de Belastingdienst binnen te laten en in kamers te laten kijken. Op zoek naar een logeerbed en dergelijke. Zulke onderzoeken zijn zeer vernederend en intimiderend. Met grof geweld heeft de sociale recherche staan bonken op de deur van mijn familie, bij buren aangebeld en op straat staan schreeuwen, zodat omwonenden het konden horen. Mijn familie werd dus ook nog voor schut gezet in de buurt. Mijn uitkering werd ingetrokken. Later werd het geld toch gestort, omdat ik ondertussen contact had gezocht met een advocaat. Ik ben hierna ook nog lange tijd gevolgd door de sociale recherche. Vaak stonden ze te posten voor de deur, zowel bij mijzelf als bij mijn familie, of ik werd met de auto gevolgd als ik mijn hond uitliet.”
Dwangarbeid
“Vanaf 2007 is de gemeente bezig geweest om mij in een work first-project te krijgen. Dat was toen dus eigenlijk al dwangarbeid. Ik moest gaan werken met behoud van mijn uitkering, als schoffelaar via de sociale werkplaats. In die periode heb ik contact opgenomen met een advocaat om dat te verhinderen. Hij adviseerde mij om aan de sociale dienst scholing te vragen. Ik heb toen jarenlang geprocedeerd met deze advocaat om een omscholing te kunnen krijgen, omdat een beroepsdiploma mijn kansen op een baan zou vergroten.“
In de loop van de bijstandscarrière van Raven heeft de gemeente vaker geprobeerd om haar aan de dwangarbeid te zetten, onder dreiging van het stopzetten van haar uitkering. “De uitkering daadwerkelijk stopzetten is nooit gebeurd, omdat ik altijd meteen contact opnam met een advocaat (die ik altijd belde als er weer eens gedreigd werd). Eén keer is er om die reden zelfs een ombudsman aan te pas gekomen. Dus echt stopzetten heb ik altijd weten te voorkomen.”
Psychologisch onderzoek
“Ik heb in 2007 ook een heel vernederend psychologisch onderzoek moeten ondergaan bij een psycholoog die was ingeschakeld door alweer een andere consulente van de sociale dienst. Dit omdat ik hen had verteld over een depressie die ik had gehad tijdens mijn puberteit. Dat kwam toevallig ter sprake. Het onderzoek bestond uit drie delen. Een intelligentietest, een beroepskeuzetest en een onderzoek met allerlei vreemde en intieme vragen. Er werden vragen gesteld als “Heeft u weleens iets gestolen? Heeft u weleens een dier mishandeld? Hoe vaak heeft u zin in seks? Voelt u uzelf prettig in uw vrouw-zijn? Bent u weleens zo erg agressief dat u iemand wel iets aan kunt doen?”
“Uiteraard voelde ik mezelf niet prettig bij deze vragen. En de intelligentietest en de beroepskeuzetest waren ronduit een aanfluiting. Maar ik was verplicht om mee te werken aan dit onderzoek, zoals altijd onder dreiging van het korten of stopzetten van mijn uitkering. Dat is ook een zin die sowieso standaard onder hun brieven staat. Maar vaak wordt dat er nog eens extra bij vermeld of verteld en dat was bij dat psychologisch onderzoek dus ook het geval. Of je er als bijstandsgerechtigde nu wel of niet achter staat, maakt niets uit. Je bent verplicht. Klaar. Einde discussie. Een weerwoord kun je niet hebben.”
“Uiteindelijk was de conclusie van het onderzoek dat mijn intelligentie beneden HBO-niveau lag. Uit de beroepskeuzetest kwam naar voren dat ik graag in een leidinggevende positie wilde gaan werken, maar dat dit mij afgeraden werd omdat ik niet stabiel zou zijn. Ik zou een wankel psychisch evenwicht hebben, passief-agressief zijn en problemen met autoriteit hebben. En bovendien zou ik tijdens de psychologische test sociaal wenselijke antwoorden hebben gegeven. Aan het eind van het rapport stond dat ik het eens was met de uitslag.”
“Daarop heb ik de psychologe opgebeld met de vraag hoe zij erbij kwam dat ik het eens zou zijn met de uitslag. Het was mij immers niet gevraagd. Haar antwoord was: ‘U liep niet kwaad weg tijdens ons gesprek en daarom ging ik ervan uit dat u het met de uitslag wel eens zou zijn. Ik kan dat nu niet meer veranderen. Maar ik zal mondeling doorgeven aan uw consulente dat u het niet eens bent met de conclusie van het onderzoek.’ Ik heb haar ook nog gevraagd hoe ze erbij kwam dat ik een leidinggevende positie wilde. Een dergelijke functie heb ik nooit geambieerd, dus hoe kwam zij daarbij? Ik heb daar nooit een duidelijk antwoord op gekregen. Het rapport is altijd in mijn dossier blijven zitten en wordt te pas en te onpas overal bijgehaald. Nu, anno 2014, nog steeds, terwijl er onder dat rapport staat, met kleine lettertjes, dat het maar twee jaar geldig is. Uiteindelijk ben ik zelf het rapport ook maar gaan gebruiken om aan een work first-project en aan de dwangarbeid te ontsnappen. Je ertegen verzetten heeft geen zin, dus ben ik het maar in mijn eigen voordeel gaan gebruiken.”
Opleiding
“Eind 2011 mocht ik eindelijk een kortdurende scholing volgen via Scheidegger. Ik heb toen gekozen voor juridisch secretaresse. Een detacheringbureau is toen ingezet om mij aan een stage te helpen, maar dat is hen nooit gelukt. Ik heb de opleiding dus zonder stage moeten doen, wat eigenlijk onmogelijk was omdat de opleiding praktijkgericht en kortdurend was. Toch heb ik mijn diploma weten te behalen en daarna volop gesolliciteerd. Natuurlijk om een baan in die richting te krijgen. Ook het detacheringbureau lukte het niet een baan voor mij te vinden.”
“Het belachelijke was dat het inhuren van het detacheringbureau veel meer geld kostte dan de opleiding zelf. Mijn opleiding mocht niet langer duren dan een jaar, niet hoger zijn dan MBO-niveau en zo goedkoop mogelijk. De opleiding kostte ongeveer vijftienhonderd euro, terwijl het detacheringbureau Vaardig Werk ongeveer vierduizend euro betaald kreeg om een stage of baan voor mij te zoeken. Voor dat bedrag samen had ik mijn HBO-opleiding maatschappelijk werk af kunnen maken, en mijn stage in de vorm van vrijwilligerswerk kunnen doen. Daar was ik beter mee af geweest.”
“Tijdens het afrondingsgesprek gaf Vaardig Werk aan geen stage of baan voor mij te hebben kunnen vinden, vanwege de crisis. De sociale dienst gebruikte later als excuus het psychologische rapport over mij. Dat het bureau geen werk voor mij kon vinden, zou volgens de sociale dienst liggen aan mijn onstabiele persoonlijkheid. Dat werd mij later verweten door mijn consulente, toen het detacheringbureau alweer uit beeld was. In feite kreeg ik dus de schuld. Het lag allemaal aan mij dat het traject mislukt was.”
“Stage” bij sociale werkplaats
“Vanaf die tijd is mijn consulente bezig geweest om voor mij een leerwerkplek te vinden op de sociale werkplaats. Ik zou daar dan wel op de afdeling personeelszaken archiefwerk kunnen gaan doen, zogenaamd als stage. Toen vroeg ik haar: ‘Waarom nog een stage? Ik heb mijn diploma toch al behaald en mijn opleiding afgerond? Ik kan nu toch gewoon samen met jullie op zoek gaan naar een betaalde baan!’ Maar dat zag mijn consulente niet zitten. Allerlei smoesjes en termen werden gebruikt om mij maar aan de dwangarbeid te zetten op of via de plaatselijke sociale werkplaats. Zij noemde het een leerwerkplek, een ervaringsplaats en de laatste keer in 2013 moest ik mijn handtekening zetten onder een contract waarop duidelijk stond: werken met behoud van uitkering. Toen werd het beestje eindelijk bij de naam genoemd.”
“Toen heb ik mezelf ziek gemeld met een burn-out, met een verklaring van de huisarts erbij. Ze konden de huisarts bellen, maar dat wilden ze niet. Ik heb mijn consulente moeten dwingen om een kopie te maken van de verklaring van de huisarts. Daarna heb ik een beschikking van haar gekregen waarin zij mij voorlopig vrijstelling gaf van dwangarbeid, met als vervangende verplichting dat ik in therapie zou gaan. Dwangtherapie dus. Tegelijkertijd werd er vermeld dat ik een geschikte kandidaat was voor een WSW-indicatie. Mijn laatste consulente had mij daarvoor al drie keer een aanvraagformulier meegegeven om een dergelijke indicatie aan te vragen. Ze willen mij koste wat kost op de plaatselijke sociale werkplaats te werk stellen. Daar zijn ze al jaren mee bezig. En of dat nu met of zonder WSW-indicatie is, dat maakt ze blijkbaar weinig uit.”
Omdat Raven bezwaar heeft gemaakt tegen de dwangtherapie, hoeft ze dat voorlopig nog niet te doen. En in principe werd ze vrijgesteld van dwangarbeid tot juli 2014 vanwege haar burn-out. Maar in maart kreeg ze bericht van de sociale dienst. Ze schrijft: “De rust is voorbij. Vandaag kreeg ik van de sociale dienst een dreigbrief binnen. In de brief stond dat ik verplicht ben om naar sollicitatieworkshops te gaan, waarbij de eerste aanstaande maandag begint. Als ik er niet heen ga, dan zal dat zeer zware gevolgen gaan hebben voor mijn uitkering. Dat staat er letterlijk. Maar ik zit met een burn-out thuis, dus ik ga me zeker afmelden. Ik weet alleen niet wie ik moet bellen, want wie mijn nieuwe consulente is, dat weet ik na al die tijd nog steeds niet… “ Een paar dagen later mailt ze: “Uiteindelijk heb ik vandaag maar een terugbelverzoek gedaan bij het hoofd van de sociale dienst wiens naam ook onder de brief stond (Hier in Oosterhout kun je niemand meer rechtstreeks bellen. Ook de consulenten niet. Het gaat allemaal met terugbelverzoeken). Daarop heb ik niks gehoord. Uiteindelijk heb ik toen maar mijn advocaat laten bellen. Opmerkelijk was dat ik meteen vijf minuten later werd teruggebeld door mijn nieuwe consulent. Dus nu weet ik de naam opeens wel. Die dreigbrief blijk ik ten onrechte te hebben ontvangen, en ik ben ook ten onrechte aangemeld bij de sollicitatieworkshops en bij het vacaturecafé. Men wist mij niet te vertellen hoe die fout gemaakt kon zijn. Maar ja, dit is al de tweede keer in een half jaar tijd dat ik een dergelijke dreigbrief en oproep voor workshops ontvangen heb. Het lijkt mij sterk dat het een fout is, ik ervaar het eerder als intimidatie.”
“Ik vind het sowieso niks voor mij, die sollicitatieworkshops. Ik moet ze iedere keer opnieuw volgen, terwijl ik prima weet hoe ik mezelf moet kleden en presenteren, een sollicitatiebrief moet schrijven, een cv moet opstellen, enzovoorts. Je moet je cv meenemen en je sollicitatiekleding alvast aantrekken op die workshops. Het is sowieso beledigend, want ze doen net alsof mensen in de bijstand niet weten hoe zich te presenteren en te kleden. Ik voel er weinig voor om weer opnieuw in die carrousel terecht te komen.”
Discriminatie
“Bovendien is er ook veel discriminatie op de arbeidsmarkt. Mijn moeder had vroeger een goede kantoorbaan. Maar ze werd ontslagen omdat ze zwanger was geworden van een Spaanse man, mijn vader dus. Op die manier is mijn moeder in de bijstand terechtgekomen. Ik merk ook best regelmatig bij mijn eigen sollicitaties dat je toch wordt afgerekend op bepaalde zaken, zoals je leeftijd of in mijn geval ook een buitenlandse achternaam, een bepaalde komaf.”
“Meestal ging het om leeftijdsdiscriminatie. Dan werd mij openlijk verteld dat ik te oud was voor een bepaalde vacature. Dat ik niet kon reageren omdat het bedrijf alleen jonge mensen zocht, schoolverlaters die nog kneedbaar waren. Soms kreeg ik ook te maken met racistische opmerkingen. Dan zei men bijvoorbeeld: ‘U ziet er toch niet exotisch uit’. Vanwege mijn Spaanse achternaam werd er dan een Antilliaanse verwacht.“
“Ook heb ik weleens te maken gekregen met vooroordelen over mijn uiterlijk. Vorig jaar gebeurde dat nog. Ik had toen een gesprek met mijn consulente van de sociale dienst en een mannelijke werkcoach die mij nog nooit gezien had. Hij bekeek mij destijds van top tot teen en zei erbij: ‘Ik vind jou geen type voor een secretaresse’. Dat was puur gebaseerd op een eerste indruk over mijn uiterlijk, terwijl ik gewoon netjes gekleed was. Maar hij liet duidelijk blijken dat dat niet vrouwelijk genoeg was. Meneer had duidelijk een clichébeeld van een secretaresse in zijn hoofd zitten. Dat ik blind en snel kan typen en er netjes gekleed uitzag, was blijkbaar niet belangrijk.”
“Ik ben een representatieve vrouw van tweeënveertig jaar die al acht jaar werkloos is en daarom lastig bemiddelbaar is. Dus al presenteer ik mezelf als de koningin, dan nog hebben werkgevers geen interesse in mij. Zo liggen de feiten. En dat weet de sociale dienst ook heel goed. Dus waarom dan al dat getreiter jarenlang? Puur om mij de dwangarbeid in te krijgen. Een andere motivatie kan ik niet bedenken. En dan zegt men: ‘Vanuit een werkende situatie kom je eerder aan het werk bij een werkgever’. En dan zeg ik: ‘Nee, dat klopt niet’. Want toen ik nog bij de Belastingdienst werkte, heb ik mezelf uit de naad gesolliciteerd. Ik deed meerdere brieven per week de deur uit en bezocht fanatiek uitzendbureaus. Desondanks kwam ik er niet tussen. En zodoende weet ik dat dat smoesjes zijn.
Strijd
“Natuurlijk word ik hier moedeloos van, als je je al zoveel jaren kapot solliciteert en maar niet structureel uit die uitkering komt. Behalve dan tijdelijk als er flink aan jou verdiend kan worden door meerdere partijen. Ja, daar word je moedeloos van. Vooral als je zelf weet dat je heus wel beter verdient. Maar je staat machteloos, je bent immers volledig overgeleverd aan de grillen van de sociale dienst en werkgevers. Het liefst zou ik nu een omscholing krijgen voor een zelfstandig beroep, zodat ik het heft in eigen handen kan gaan nemen. Maar die kans zal de sociale dienst mij niet willen geven. Ze houden je liever in een kwetsbare positie zodat er goed van je geprofiteerd kan worden. En dat zal alleen maar erger gaan worden als straks die dwangarbeid officieel ingevoerd wordt door middel van die Participatiewet.”
“Daarom moet daar ook over de volle breedte tegen gestreden gaan worden. En dat kun je niet als individu blijven doen. Daar is echt groepsverband voor nodig. Mijn ervaring is dat de sociale dienst echt niet wil dat mensen vooruitkomen. Ze willen gewoon een werklozenleger in stand houden wat ze te pas en te onpas kunnen misbruiken voor hun eigen doeleinden. Dat is mijn conclusie. En alleen door ons als groep te verenigen en actiebereidheid als groep te tonen zie ik hierin een kans op verandering.”
Raven is een schuilnaam.
Frodo Tromp