Titel: Succesvol actievoeren
Ondertitel: Een anarchistische praktijk in 5 stappen
Auteur: Gup
Onderwerpen: actie, sociale bewegingen
Datum: Winter 2011
Bron: Directe actie 23: ia803105.us.archive.org

De anarchist laat weer van zich horen! Zoals al eerder opgemerkt waren de protesten rond de schoonmakers hoopvol. Binnen de kraakbeweging laten militante anarchisten zien dat het kraakverbod nieuwe technieken vergt. Daarnaast zien we al jarenlang veel dierenactivisten die zich ook met anarchisme bezighouden. In aantallen zijn we goed bezig, maar het ontbreekt nogal eens aan originele en doordachte acties. We moeten daarom beter gaan nadenken over onze actiemethodes.

Om de hele discussie meteen maar de das om te doen: actiemethode is een verkeerd woord. Methode suggereert dat er een vaste procedure is die je kunt volgen om succesvol actie te kunnen voeren. Dat is niet zo, integendeel. Waarschijnlijk is de beste manier van actievoeren juist nooit eerder gedaan. Ik denk zelfs dat het probleem voor een deel juist is dat we actiemethodes hanteren: Bijna altijd kiezen mensen voor een demonstratie, een kraakactie of een bezetting. We hebben onszelf een methode voor actie voeren aangeleerd: je wilt reageren op een vervelende gebeurtenis - je kiest zo snel mogelijk een bekende actievorm - je gaat urenlang vergaderen over praktische details – je doet je actie. Dit kan soms goed zijn, maar soms ook ontzettend dom. Over actievormen kun je niet zeggen of ze uit zichzelf geschikt zijn, omdat het van je doel en de omstandigheden afhangt. Voor acties bestaat daarom geen methode. We moeten geen actiemethode hanteren, maar een anarchistische praktijk hebben. Nu wil ik de gemotiveerde anarchist niet met zoveel onzekerheid het riet insturen. Er is namelijk wel het een en ander in een methode, een aantal vaste stappen, te gieten. Ik wil proberen een methode te maken die voorafgaat aan de anarchistische praktijk. Ik ga niet claimen een uitgedacht en definitief plan te hebben, dit is een aanzet voor discussie. Door mijn methode te gaan gebruiken zullen we er snel achter komen hoe we deze methode kunnen verbeteren. Ik stel voor de volgende vragen als uitgangspunt te nemen:

  1. 1a. Wat zijn de korte termijn doelen?

  1. Wat zijn de lange termijn doelen?

  1. Welke (f)actoren spelen een rol bij deze doelen? 3a. Hoe bereik je de korte termijn doelen?

  1. Hoe bereik je de lange termijn doelen?

  1. Bij welke praktijk gaan [3a] en [3b] samen?

  2. Welke concrete vorm kies ik?

Ad 1a Ik denk hierbij aan haalbare doelen omdat bij het bereiken van je doel, het anarchisme weer iets dichterbij is gekomen. Zelfs als je geen revolutie weet te maken, dan heb je toch je tijd zinnig besteedt. Denk bijvoorbeeld aan arbeiders die meer te zeggen krijgen of een bontwinkel die geen bont meer verkoopt. Doelen halen motiveert jezelf en anderen om door te gaan met de strijd. Motivatie van je groep kan ook een doel zijn van je actie. Bij het behalen van het doel, kom je sterker over op je volgende doelwit. Het is belangrijk om je doel niet te verwarren met je doelwit. Je doel is hetgene wat je wil bereiken, het stukje anarchistische wereld wat je probeert te creeëren. Je doelwit zegt iets over de manier waarop je je doel wil bereiken. Dat komt pas bij stap 3 en 4.

Ad 1b Lange termijn doelen moeten zo concreet mogelijk zijn. Het is in feite de discussie over ideologie, maar dan zonder de moeilijke woorden en zonder de namen van lui die al heel lang dood zijn. ‘De herverdeling van de materiële bestaansvoorwaarden over de productieve bevolking volgens de filosofie van Bakoenin’ is dus geen antwoord op de vraag. De volgende formulering echter wel: “Wat wij met zijn allen maken aan eten, huizen en spullen, moet naar behoefte over ons allemaal verdeeld worden en niet naar inkomen”. Door je lange termijn doel te bespreken, kom je erachter hoe je mede-activisten naar de wereld kijken.

Ad 2 Hierbij gaat het over de personen, instituten en essentiële omstandigheden. Je zou de vraag ook kunnen stellen als: “Om mijn doelen te behalen, wie staat er dan aan mijn zijde, wie staat er in de weg, en welke omstandigheden bepalen of ik erin slaag mijn doelen te behalen?”

Ad 3 Uit vraag 1 en 2 weet je wat je doel is en wie dat doel in de weg zit, dan wel ook belang heeft bij dat doel. De optelsom van 1 en 2 is 3, je kunt nu gemakkelijk bepalen welke (f)actoren en omstandigheden je moet beïnvloeden om je doel te bereiken.

Ad 4 Door je af te vragen waar 3a en 3b samengaan, stem je je ideologie af op je praktijk. Sommige praktijken om je korte termijn doel te bereiken zijn nu eenmaal niet te rijmen met je lange termijn doelen. Voor de wiskundigen: Trek 3b af van 3a en je weet wat je in ieder geval niet wil doen.

Ad 5 Nu je duidelijk hebt wie of wat je wil beïnvloeden en wat je daarmee wil bereiken, kun je een leuke vorm bedenken. De uitdaging is om hierin origineel te zijn en juist alle methoden los te laten. Ik geef een voorbeeld: 1a. Korte termijn: De uitvoering van de anti-kraakwet tegenhouden. 1b. Lange termijn: Verdeling van ruimte naar behoefte in plaats van inkomen, afschaffing van staat en kapitaal

2. Factoren: Regering – machtsgeil, daardoor bang voor massa, bevriend met economische elite, onbetrouwbaar, onderdeel van de elite
Mede-krakers – bang om huis kwijt te raken, intern sterk verdeeld, kleine groep
Politie – blind gehoorzaam aan regering, fysiek sterkste partij
Woningzoekenden - laag inkomen, geen homogene groep
Potentiële revolutionairen – al een basale haat tegen de baas, smeris en politici
Rechters – machtsgeil, penisnijd met politici, onderdeel elite, niet bang voor massa
Media – autoriteitsgevoelig, grotendeels aan de kant van regering, maar niet homogene groep, aantal lezers grootste belang i.v.m. verkoop advertenties
Kapitalisten – bang voor economisch verlies, bevriend met politici, onderdeel van de elite

3a. Je wilt het korte termijn doel bereiken doordat de regering geen opdracht geeft tot ontruiming aan de politie. Het gaat om de regering, omdat de smeris gehoorzaam is. Uit het antwoord op vraag 2 weet je dat je de regering kan laten handelen via de economische elite of via machtsverlies. Je kunt ze ook beleefd om een gunst vragen natuurlijk. De economische elite is gevoelig voor economisch verlies, dus dan moet je daar voor zorgen. Machtsverlies is het voelbaarst als een grote massa mensen niet meer gehoorzaamt. De potentiële revolutionaire massa vind je niet in je eigen beweging, die is te klein. Je moet dus woningzoeken den of potentiële revolutionairen aanspreken en mobiliseren.

3b. Het lange termijn doel is vooral een bedreiging voor de kapitalisten, maar zij zullen hulp krijgen van de regering en de politie die naar de regering luistert.Om de politie de baas te zijn, heb je een massa nodig die sterker is dan de politie. Met die massa zou je grote panden kunnen gaan bezetten en verdedigen. Dit kun je uitbreiden naar grotere gebieden waarin staat en kapitaal verdwijnen.

4. We moeten nu bedenken langs welke weg het korte termijn doel gehaald wordt, maar ook gewerkt wordt aan ons lange termijn doel. De elite economisch aanvallen draagt niet bij aan je lange termijn doel, want waarom zou je daar massa mee verkrijgen? Lobbyen gaat tegen het lange termijn doel in, want dat schept vertrouwen in de politici, terwijl je juist van de staat af wil. Woningzoekenden mobiliseren is wel een optie. Op de korte termijn kan het ook effectief zijn om de machtspositie van de regering aan te tasten, maar de vraag is hoe zinvol dat is zolang je groep nog klein is. Je kunt ook de politie aanvallen, omdat je hiermee laat zien dat de regering geen macht heeft over de groep die dat doet. Om verder machtsverlies tegen te gaan (de angst voor verspreiding van het verzet), zal de regering wellicht ingeven. Bovendien kan dit potentiële revolutionairen aanspreken. Er zijn meer mogelijkheden om de macht van de regering in twijfel te trekken.

5. In de praktijk zul je de ene keer meer nadruk leggen op de korte termijn, de andere keer op de lange termijn. Als de ontruiming dichtbij is, moet je wel snel reageren. Je hebt dan misschien geen tijd om een massa te mobiliseren. Stel dat je met een spandoek laat zien wat de kraakbeweging in je stad allemaal heeft bereikt. Dan speculeer je waarschijnlijk op een massa die het daarmee eens gaat zijn of worden en dan in opstand komt tegen ontruimingen. Om dat te bereiken moet je die massa wel mobiliseerbaar maken, bijvoorbeeld via een website. De politie aanvallen kan bijvoorbeeld door een rel te trappen, hun gebouwen of voertuigen onklaar te maken, guerillatechnieken te gebruiken, etcetera.
Er valt natuurlijk meer over actievormen te zeggen, maar het lijkt mij belangrijk om eerst het denkproces voorafgaand aan acties en andere anarchistische praktijk duidelijk te krijgen. Vervolgens is het een kwestie van originaliteit om succesvol actie te voeren. Ik ben vooral uitgegaan van externe doelen, maar daarmee doe ik tekort aan interne doelen. Een intern doel is bijvoorbeeld je eigen organisatie anarchistisch structureren, zodat nieuwe activisten ervaren wat anarchisme is. Ik ga daar nu niet verder op in, omdat ik liever eerst het denken over externe doelen wil verduidelijken. Het stappenplan voor het denken over anarchistische praktijk zal door sommigen te nauw worden gevonden. Het laat weinig ruimte voor discussie en vrije associatie. Ik vind dat wenselijk, maar daar gaat het me niet om. Ik wil duidelijk maken dat er logische denkstappen nodig zijn om tot een actievorm te komen. Mijn methode schept een denkkader, je kunt de methode gebruiken zoals je dat zelf wilt, maar je hebt sowieso het denkkader nodig.
Ik ben gewend in de laatste alinea een paar sneren te maken naar mijn medeactivisten en voel ook nu een ontzettende jeuk om een willekeurige actie als voorbeeld aan de schandpaal te nagelen. Ik hou me deze keer in, niet in de laatste plaats omdat ik met het oog op het kraakverbod vrienden nodig zal hebben. Hiermee laat ik wel de kans liggen om de noodzaak van mijn methode te bewijzen. Het risico is dan dat men zal zeggen dat er al prima nagedacht wordt over acties en ik gewoon een zeikerd ben en deze pagina’s beter gebruikt hadden kunnen worden als advertentie-ruimte. Om zoiets op te vangen zal ik de komende weken in kroegen, op feesten en partijen en bij een enkele vergadering recente acties gaan bespreken aan de hand van mijn stappenplan. Dit is een dreigement!