It's going down
Wij hebben de lucifers in handen
Over de heropleving van de woonstrijd in Nederland
Na jaren van neoliberaal huisvestingsbeleid is woonruimte in Nederland voor de meesten volledig onbereikbaar geworden, behalve voor de rijken. Dit beleid is niet alleen door rechtse neoliberalen doorgevoerd, maar net zo goed door groene liberalen en sociaaldemocraten. De woonstrijd in Nederland bevond zich sinds het kraakverbod van 2010 eigenlijk in een soort slaaptoestand. De afgelopen maanden heeft zich echter een nieuwe sociale beweging gevormd die zijn oorsprong vindt in een mix van grassroots huurrechtenorganisaties, socialisten, anarchisten en krakers.
Nederland had ooit een redelijk bestand aan "sociale woningen" met een relatief lage huur. Dit kan deels worden toegeschreven aan de kraakbewegingen die van eind jaren 60 tot in de jaren 80 druk op de overheid uitoefende om betaalbare woonruimte te realiseren. Het sociale huisvestingssysteem werd hoofdzakelijk gerealiseerd door het oprichten van woningcorporaties - door de overheid gefinancierde instanties zonder winstmotief, met als doel het bieden van betaalbare huurwoningen.. Dat systeem werd echter de afgelopen decennia langzaam maar zeker afgebroken. In de jaren 90 werden deze corporaties omgetoverd tot door winst gedreven organisaties, wat ertoe leidde dat ze hun bestand sociale huurwoningen massaal op de commerciële markt verkochten, waardoor ze werden omgetoverd tot eigendomswoningen.
Aan het begin van de economische crisis in 2009 bedroeg de wachttijd voor een sociale huurwoning in de meeste steden meer dan 15 jaar. Dit terwijl de vraag naar zulke woonruimte juist bleef groeien door de stijgende precariteit onder werkende mensen. In feite kwam het er daarom op neer, dat iedereen die een woning zocht, voor huisvesting volledig afhankelijk werd van de zogenaamde 'vrije sector'. De afgelopen 11 jaar wordt Nederland geregeerd door de neoliberalen van de VVD, in verschillende coalities vergezeld door de rechts-conservatieve christendemocraten (CDA) en de centristische sociaaldemocraten (PvdA). Deze regeringen gaven het tekort aan betaalbare huisvesting het laatste zetje. Tijdens de economische crisis werd er een belasting op sociale huisvesting geïntroduceerd om de financiële tekorten van de banken af te kopen en tegelijkertijd werden, om buitenlandse investeerders aan te trekken, huurrechten grotendeels afgebroken.
Zo is bijvoorbeeld sinds 2016 in Nederland praktisch elk huurcontract tijdelijk. De meeste contracten zijn jaarcontracten die vervolgens - mits de eigenaar dit wilt - oneindig kunnen worden verlengd. Dit werd door de VVD geïntroduceerd als een zogenaamd middel om de woningnood tegen te gaan, wat maar weer eens bewijst dat zij de meest cynische wezens op aarde zijn. Iedereen die protest aantekent tegen diens huurvoorwaarden of over problemen met hun huurwoning, wordt er aan het einde van hun jaarcontract uitgetrapt. In feite is men dus ertoe veroordeeld alles te slikken, wat de huurbaas voorheeft.
Over naar het heden: de extreme economische liberalisatie van de woningmarkt, gecombineerd met de praktische afschaffing van huurdersrechten, heeft er, voorspelbaar genoeg, toe geleid dat de huurprijzen landelijk zijn geëxplodeerd. De maandelijkse huur is in veel steden inmiddels bijna gelijk aan een minimum maandloon. Daarmee is het veilig te stellen dat huisvesting voor iedereen behalve de rijken een groot probleem geworden is. Inmiddels is het niet ongewoon meer dat studenten hun studie verlaten omdat ze geen woonruimte kunnen vinden in de buurt van hun universiteit en het aantal dak- en thuislozen is in Nederland de afgelopen tien jaar verdubbeld.
Steeds meer jongvolwassenen zijn gedwongen om bij hun ouders te blijven wonen. Sinds de overheid de financiële ondersteuning voor mensen die met meerdere volwassenen in één huishouden wonen beperkt treft het huisvestingsbeleid in Nederland in het bijzonder mensen die van weinig moeten rondkomen, zoals diegenen met een uitkering. Zij lopen het risico gekort te worden op hun uitkering en eventuele op andere toeslagen. Het was wederom een maatregel uit de koker van de VVD, in een poging mensen tot werken te dwingen. Al deze ontwikkelingen vinden plaats tegen de achtergrond van het gigantische schandaal van de toeslagenaffaire, waarbij de belastingdienst ten onrechte duizenden mensen dwong hun kinderbijslag terug te betalen. Dit waren vaak bedragen die in de tienduizenden euro's liepen, hoofdzakelijk terug te betalen door families met lagere inkomens. Inmiddels is bewezen dat dit een structureel, en bovendien bewust,beleid was.
Deze aanvallen op de armen, waarbij mensen met een migratieachtergrond in het bijzonder het doelwit waren leidde in ieder geval tot één zelfmoord, verschillende mensen verloren hun woning, en meer dan duizend kinderen werden gedwongen ondergebracht in pleeggezinnen omdat de staat beweerde dat de ouders 'financieel incapabel' zouden zijn en dus niet voor hun kinderen konden zorgen. De ontdekking dat dit beleid bewust was, en in opdracht van de top van de belastingdienst en de ministeries, zorgde voor een groot schandaal waardoor de regering moest aftreden.
Je zou denken dat degenen die verantwoordelijk zijn voor het eerdergenoemde schandaal - zoals bijv. premier Mark Rutte - zich onmogelijk nog een keer verkiesbaar zouden kunnen stellen; laat staan dat mensen deze partijen nog een keer aan een verkiezingsoverwinning zouden helpen. Maar een jaar nadat de regering officieel terugtrad vanwege dit schandaal, wachten we er nu op dat deze zelfde mensen een nieuwe regering vormen.
Het extreme cynisme en het gebrek aan aansprakelijkheid bieden weinig hoop dat de overheid ook maar enige serieuze poging zal doen om te interveniëren in de huidig huisvestingscrisis. De Nederlandse overheid poogt nog altijd diens imago, van een tolerante welvaartsstaat hoog te houden en de regerende partijen strijken hier graag de eer voor op. Maar de extreme neoliberale verschuiving die de afgelopen twee decennia heeft plaatsgevonden en tot rijping is gekomen toont dat dit sprookje ten einde is. Na al de schandalen en het feit dat nu een hele generatie achterblijft, begint dat imago nu echt barsten te tonen.
Ondanks een lange geschiedenis van woonstrijd in de jaren 60 tot 80 heeft Nederland sindsdien nauwelijks wijdverspreide sociale onrust gekend. In de afgelopen maand hebben echter twee grote woonprotesten plaatsgevonden. Eerst op 12 september in Amsterdam, met ongeveer 15.000 deelnemers en vervolgens op 17 oktober in Rotterdam, waar bijna 10.000 mensen aan deelnamen. Het is opmerkelijk dat deze protesten, die voortkwamen uit een brede coalitie van linkse en grassroots groepen, zich duidelijk als voorstander van kraken uitspraken.
Hoewel anarchisten niet expliciet betrokken waren bij de organisatie van de demonstraties, waren we wel een duidelijke aanwezig, en kunnen zelfs gezien worden als de brug tussen de bredere woonbeweging en het kraken. Degenen die de afgelopen jaren kraken als middel hebben gebruikt om aan huisvesting te komen, zijn bijna uitsluitend mensen uit de anarchistische en links-radicale beweging geweest. Het is met enige zekerheid te zeggen dat de afgelopen jaren de kraakbeweging in Nederland bijna synoniem is met de anarchistische, en links-radicale bewegingen.
Het is duidelijk dat de staat zich veel zorgen maakt over deze aanwezigheid van anarchisten bij de protesten en de mogelijkheid dat zowel onze daden als ideeën zich onder een breder publiek zullen verspreiden. In Amsterdam werden anarchisten het doelwit voordat het protest zelfs maar begonnen was, met meerdere arrestaties tot gevolg. Dit was slechts een klein voorproefje van wat nog komen zou. Terwijl de mars zijn eindpunt naderde, splitste een kleine groep zich af van de hoofddemonstratie. Zij hadden tot doel een huis te kraken. Zij werden echter direct geconfronteerd met een enorme hoeveelheid politieagenten en het meest meedogenloze politiegeweld dat we in lange tijd hebben gezien. Meer dan 60 mensen werden gearresteerd, enkelen ernstig in elkaar geslagen. Het is belangrijk om op te merken dat dit alles plaatsvond onder het gezag van Groenlinks burgemeester Femke Halsema. De dag na de demonstratie gaf de politie van Amsterdam zelfs een halfbakken video vrij, waarin ze hun gedrag probeerden te rechtvaardigen. Daarin stelden ze dat “deze extreme elementen” (anarchisten en kraakactivisten) niets te maken hadden met de demonstatie, andere demonstranten, of de woonstrijd en er alleen op uit waren om de wet te breken. Dit was er duidelijk op gericht om het nieuwe verbond tussen krakers, anarchisten en de bredere linkse beweging uit elkaar te drijven. Aangezien de uitspraken van de politie compleet haaks stonden op de Nederlandse sociale geschiedenis waren ze ronduit lachwekkend, zelfs voor mensen die kraken niet steunen.
Op 16 oktober vond er een jaarlijks protest in Amsterdam plaats om steun te betuigen voor autonome culturele ruimtes. Tijdens dit protest werd er een enorm huis in het hartje van Amsterdam gekraakt wat omgedoopt werd tot “hotel Mokum”. Mokum is de naam van Amsterdam in het Jiddisch, de taal die aan de wortels ligt van veel Amsterdams arbeidersdialect. Hotel Mokum, wat tijdens het schrijven van dit artikel nog steeds bezet is, is de eerste succesvolle grootschalige bezetting die voortkomt uit deze protesten.
De daaropvolgende dag vond er een woondemonstratie in Rotterdam plaats. Wederom was de aanwezigheid van de politie al vanaf het begin gigantisch. Een enorm aantal “stillen“, agenten in burger die functioneren als aanhoudingseenheden voor de Mobiele Eenheid en berucht zijn vanwege hun gewelddadigheid, waren in en rond de demonstratie aanwezig en probeerden zich actief te mengen onder het anarchistische blok. Ze waren nadrukkelijker aanwezig dan gebruikelijk, namen actief deel in het zingen van leuzen, droegen protestborden plakten stickers op hun jas, enzovoort. Ondanks de provocerende aanwezigheid van de politie begon het protest zoals gepland. Toen het protest de Erasmusbrug bereikte die het zuiden van de stad (waar de demonstratie begon) verbindt met het centrum van Rotterdam, begonnen meerdere rijen van de Mobiele Eenheid het anarchistische blok in te sluiten. De politie vormde hiervoor een zogenaamde 'kettle', en probeerde zo het anarchistische blok te scheiden van de rest van de demonstratie. De rest van de protestmars weigerde echter verder te lopen en het anarchistische blok probeerde, gedeeltelijk succesvol, uit de kettle te breken. Hierop volgde een patstelling van een uur waarbij de demonstranten (nog steeds een paar duizend sterk) weigerden de brug te verlaten. Gedurende deze periode vonden er enkele schermutselingen plaats en wederom werden verschillende mensen ernstig mishandeld door de politie.
Deze escalatie was duidelijk een eenzijdige aanval door de politie, met als doel 'de anarchisten' te scheiden van de bredere woonbeweging en was duidelijk een van tevoren bepaalde tactiek. Het resultaat was een enorm ontmaskeringsmoment. Duizenden mensen, die hier anders misschien niet voor openstonden, zagen nu hoe de politie zich zonder aarzeling inzet als voetsoldaten van de neoliberale politici.
Voor de komende twee maanden staan er bijna wekelijks protesten gepland in verschillende kleine en grote steden. Het is de vraag of de beweging het momentum kan behouden, zeker na de felle repressie. De heropleving van anti-repressiegroepen, gevormd als reactie op de gebeurtenissen, is een eerste stap in de goede richting om een beweging te bouwen die in staat is zich te wapenen tegen staatsrepressie in plaats van er aan ten onder te gaan.
De anarchistische aanwezigheid bij deze protesten moet natuurlijk voortgezet worden en zal in de nabije toekomst hopelijk zelfs toenemen. Tegelijkertijd is er een groot risico (en waarschijnlijk ook de bedoeling van de repressie) om anarchisten het middelpunt van deze protesten te maken in plaats van de eis voor ons woonrecht. We moeten kritisch kijken naar hoe we hier zijn aanbeland, wat er op het spel staat, en oppassen dat we niet worden gebruikt als instrument om deze jonge sociale beweging in de kiem te smoren. Deze protesten moeten niet over ons gaan. Dat is immers precies wat de staat wil. Deze protesten gaan over de honderdduizenden mensen die ieder moment het dak boven hun hoofd kunnen verliezen bij nog één financiële tegenvaller. Het gaat over de mensen wiens leven kapot is gemaakt door de oorlog die de staat tegen de armen voert. Deze mensen zitten niet te wachten op ideologieën. Zij hebben behoefte aan waardigheid. Aangezien de staat ze dat niet zal bieden, kunnen wij hen het gereedschap in de hand geven waarmee ze deze zelf kunnen verwerven en directe materiële verlichting kunnen bieden. Belangrijk is daarbij dat we ons daar ook bewust zijn dat wijzelf ook getroffen worden door de huisvestingsproblematiek en dat we niet slechts een morele strijd voeren voor 'anderen' . Deze crisis treft ons allen, en doordat we een bepaalde continuïteit hebben, kunnen we onze ervaring nu delen. Precies dat is wat de politie niet wil hebben, dat wij zij aan zij staan in deze zoektocht naar een waardig leven.
Anarchisten hebben de staat nooit vertrouwd als het ging om het voorzien in basisbehoeften. We zijn ook niet onbekend met het organiseren van antirepressiestructuren, noch onvertrouwd met militante politieke strijd. Juist anarchisten kunnen helpen deze beweging volwassen te laten worden, o.a. door middel van klassieke anarchistische middelen als directe actie, wederzijdse hulp en onteigening - samenkomend in de praktijk van het kraken. Daarmee kunnen we de toon zetten voor een nieuw tijdperk van sociale strijd. Deze sociale strijd zal met of zonder ons plaatsvinden en gaat om meer dan alleen huisvesting. Het gaat over het neoliberalisme dat ons allemaal probeert uit te zuigen en te verpletteren .
De ontluikende beweging heeft de potentie om onze strijd te verbinden met de strijd van anderen die - net als wij - de rijken, en hun politie en politici, haten. We zitten op een bom en wij, anarchisten, hebben de lucifers in handen.