P.E.S.T. Kop
Kraken en anarchisme
Maar ‘gratis wonen’ is ook politiek... Een twee- deling tussen de ‘goede’ en de ‘slechte’ krakers
Het leek vrij gemakkelijk: een tekst schrijven over kraken en anarchisme. Dat bleek tegen te vallen. Het was in eerste instantie niet de bedoeling om een tekst te schrijven die zo betogend is, maar vanwege mijn persoonlijke ervaringen had ik hiervoor meer inspiratie, dan voor een tekst waar iedereen het toch wel mee eens is. Ik hoop dat het in ieder geval duidelijk wordt, waarom ik kraken en anarchisme onlosmakelijk met elkaar verbonden vind, en dat, hoewel ik nog kritischer bleek te zijn dan ik zelf had gedacht, deze tekst ook aanspoort tot discussie, en nog liever tot actie.
Sinds het kraakverbod, en volgens mij ook al in de periode ervoor, zijn we zo bezig met het ‘recht’ om te kraken, dat we de rest uit het oog zijn verloren. We mengen ons in zogenaamde buurtstrijden, terwijl we nieuw zijn in de buurt, en lijken dat vaak te doen omdat we vooral willen laten zien hoe politiek we zijn. Maar gratis wonen is ook politiek. Juist onze eigen, oprechte redenen om te kraken zouden we moeten benadrukken. Juist daarin zullen we ook de meest vruchtbare samenwerking met onze buren vinden, omdat we ze niet belerend lopen te vertellen in wat voor politieke spelletjes wij ons mengen, maar omdat we elkaar kunnen vinden in onze gedeelde strijd. Hoewel iedereen heel hard meeriep dat ‘wet of geen wet’ kraken wel door zou gaan, en veel mensen in het begin op het paranoïde af voor hun huizen en zichzelf vreesden, bleek het lastig om ons na het kraakverbod aan te passen aan de nieuwe situatie. Nog altijd lijken veel krakers niet te willen wennen aan een situatie waarin ze per definitie een misdaad begaan. Er wordt vaak naar een soort erkenning gezocht van een plek in de samenleving, in de trant van ‘we zijn wel krakers, maar...’ Het probleem is dat deze houding vaak kansen biedt langer te blijven. Maar dat de buurt alleen tegen dat ene hotel is, betekent niet dat wij niet tegen het hele kapitalisme kunnen vechten. Verbaasd hoor ik yuppen positief over kraken praten, omdat het van die leuke plekken voor alternatieve kunstenaars zijn. Wanneer was de laatste keer dat we duidelijk maakten dat we hen ook niet mogen? Kraken is een anarchistische oplossing voor het woonprobleem. Niet omdat het een conflict met de wet of de politie oplevert, al is dat wel altijd het geval. Maar eerder omdat in plaats van eigendom, beschikbaarheid en behoefte zouden moeten bepalen wie waar gaat wonen, zodat wij daar vervolgens zelf vorm aan kunnen geven. Terwijl de staat en het kapitaal vrijwel altijd alleen maar tegenwerken, organiseren wij onszelf en helpen we elkaar. De enige actie die de staat naast repressie in de vorm van ontruimingen onderneemt is het gedogen vanwege secundaire doelen, zoals bij monumenten of sociale centra waarin kunstenaars actief zijn soms nog wel gebeurt. Mede hierdoor ontstaat er een tweedeling tussen de ‘goede’ en de ‘slechte’ krakers, en hoe meer wij proberen onze eigen panden te behouden door in de ‘goede’ categorie te vallen, hoe moeilijker het wordt om gewoon te kraken voor woonruimte. Niet dat we allemaal hetzelfde moeten doen. Dat je als kunstenaar niet kan rondkomen en een atelier nodig hebt, lijkt me een hele goede reden om te kraken. Maar we hoeven onszelf niet te bewijzen aan ‘de maatschappij’ om waardevol te zijn. Kraken heeft op zichzelf al waarde, zelfs al is het gewoon omdat je een plekje voor jezelf wilt. Laten we onszelf vooral niet voor de gek houden door te proberen iets te zijn wat we niet zijn. De grens tussen burgerlijke ongehoorzaamheid en criminaliteit hoeft ons helemaal niet bezig te houden. Er is woningnood, er is leegstand, dus wij kraken. Dat daar mooie plekken uit ontstaan is geen legitimering, maar een doel op zich. Dat daar conflicten uit volgen met een eigenaar of met de staat is een logisch gevolg, part of the game, en bewijst dat wat wij willen niet in dit systeem past. En dat is precies waarom kraken ondanks de zoveelste doodverklaring altijd relevant blijft.