Raoul Vaneigem
Geen grenzen, geen papieren
Er was eens een anarchist Albert Libertad, die de ontwikkeling van een kafkaiaanse bureaucratie en de paperassendictatuur voorvoelde, die de burgers uitnodigde om hun identiteitspapieren te verbranden en opnieuw menselijke wezens te worden door zich niet langer te laten reduceren tot nummers, gebruikt in de tellingen van de staat en de statistieken van de slaven.
Ons bestaan is vandaag dermate doordrenkt van die cijfers die onverwijld verwijzen naar de bankrekeningen, de lonen, de sociale zekerheid, de werkloosheidsuitkeringen en de pensioenen dat leven zonder papieren even onmogelijk en onpraktisch lijkt dan de aanbeveling van Libertad om een einde te maken aan de markering en de politiek van de sociale veestapel.
Zo worden wij geconfronteerd met een dubbele en paradoxale eis : langs de ene kant moet eenieder, van gelijk welke afkomst, sociale status of persoonlijkheid, profiteren van een toegangsrecht tot deze bureaucratische jungle die onze samenleving is geworden ; langs de andere kant, is het niet tolereerbaar dat het lot van mensen dermate afhankelijk is van dergelijke gigantische rekenmachine waarvan het onmenselijke karakter onverenigbaar is met het recht op een vrij leven.
Wanneer we hierbij het huidige proces voegen van staatsontbinding onder invloed van de overname van de bankenmachten, die op hun beurt worden bedreigd door een mondiale monetaire samensmelting. Gezien de staten het privilege over het publieke goed, dat het zich toegeëigend had, verloren hebben. Gisteren nog, drongen ze hun bijdrage aan de burgers op met taksen en importheffingen maar, als tegenoffer, garandeerden ze de werking van publieke diensten – onderwijs, gezondheidszorg, post, transport, werkloosheidsuitkeringen en pensioenen, …
Wat is er vandaag nog over ? De staten zijn de spelers geworden van de banken en de multinationale ondernemingen ? Ofwel, deze zijn geconfronteerd met de ondergang van een gek geld, aan een omwenteling van miljarden geïnvesteerd in de beursspeculaties waar ze in het rond draaien, in plats van te werken voor het lot van de prioritaire industrieën en de sectoren van sociaal belang. Miljarden die een luchtbel vormen met de bedoeling te imploderen en een formidabele beurskrach uit te lokken.
Wij zijn de prooi van de beheerders van het failliet, die hun laatste winsten op korte termijn wensen op te strijken door de burgers te exploiteren, dat deze demente politiek uitnodigt om zich op te werpen diepte van de afgrond zonder einde, van de tekorten gegraven door de geldverduistering van de banken.
De staat is niet alleen niet langer in staat haar verplichtingen ten aanzien van het oude sociaal contract na te komen, maar ze knabbelt ook aan de budgetten van de publieke diensten, en stuurt zo alles naar de achtergrond wat ze voordien ten minste wist te laten overleven, bij gebrek aan ieder zich een echt leven te kunnen laten leiden. En dit alles in naam van deze gigantische oplichterij gedoopt als de publieke schuld.
De staat heeft zich beperkt tot haar enige functie die nog aan haar bestaan herinnert : de politierepressie. De enige bewaarder van de staat, is het verspreiden van angst en wanhoop. De staat slaagt hierin door een apocalyptische visie op te roepen. Ze verspreidt het gerucht dat het morgen slechter zal zijn dan vandaag. De wijsheid bestaat er volgens haar in om te consumeren, om uit te geven voor het bankroet, om op al het mogelijke te rentenieren, gelijkgesteld aan het vernielen van haar bestaan en de volledige planeet opdat de veralgemeende oplichterij zich voortzet. De strijd ten voordele van de mensen zonder papieren moet met dergelijke context rekening houden, in verschillende opzichten.
a) Om de grootschalige verduistering van het publieke goed te verbergen, moet de staat zorgen voor afleiding. Ze zet in op de vrees en de wanhoop, dat ze zorgvuldig onderhoudt, om zich als zogenaamde veiligheidsagent te kunnen postuleren. En zoals altijd, in vergelijkbare gevallen, valt ze terug op de oude tactiek van zondebok. Voor de burgers die bang gemaakt worden door de stijgende werkloosheid, de daling van de koopkracht, beschrijft ze enkele “gevaarlijke” groepen tegenover dewelke de staat een agressie tracht te ontketenen, die anders gericht zou zijn tegenover de corrupte en profiterende elite die ons besturen. Alles is goed om een rookgordijn op te hangen om de echte problemen te verbergen. Hoewel in België zowel Walen als Vlamingen evenveel het slachtoffer zijn van de oplichterij van dezelfde staat en de financiële machten, tracht een malafide nationalisme de ene tegen de andere op te zetten. Een goed onderhouden xenofobie eigent zich de identificatie van Arabieren en islamitische terroristen toe, zij draait het antisemitisme als de juiste oppositie voor de anti-Palestijnse politiek van de Israëlische regering, zij werkt eraan om de werklozen en de mensen zonder papieren tegen elkaar op te zetten en zij deinst er niet voor terug de nazi uitspraken op te halen in het misprijzen en bij de slechte behandelingen voor de Zigeuners. We moeten er bewust van zijn dat de corrupte staat er alles aan doet om te verhinderen dat een werkelijke solidariteit ontstaat tussen de mensen aangeslagen door de onzekerheid en diegenen die totnogtoe van een zekere bestaanszekerheid genieten, maar die deze zullen verliezen als ze zich niets aantrekken van het lot dat hen te wachten staat. Het is dus deze solidariteit dat men moet herstellen, want het is juist deze solidariteit die men moet bestendigen om gezamenlijk mensen zonder papieren, werklozen maar ook werklieden te verdedigen in de strijd tegen de exploitatie zoals associaties in zelfbeheer, collectieven tegen de degradatie van het publieke transport, het onderwijs, de gezondheidszorg, de post, de prioritaire industrietakken, de landbouw, etc. We voorzien in de poëzie van het leven tegen de wetten van het profijt, die deze degraderen.
b) Om te beantwoorden aan de repressieve politiek van de corrupte regereingen, moeten we niet van hetzelfde geweld gebruik maken, maar verdergaan dan hun vernederende diktaten en burgerlijke ongehoorzaamheid aanmoedigen. Hoe dan wel ? Door tussen te komen om een zekere levenskwaliteit te herstellen die de staat verliet onder druk van de banken. We worden allemaal aan ons lot overgelaten, en geleid door de vuile interesses van een absurd systeem. We hebben geen andere keuze dan op onszelf te rekenen om uit dit wanbeheer te geraken. Er bestaat bij het merendeel van de vrouwen en de mannen een poëtische rijkdom en een creativiteit om in alle domeinen meer humane voorwaarden te installeren. Velen onder hen, in slaap gebracht door de routine et ontkennen dit nog. De weerwraak is het belangrijkste, zo niet de enige bron van diegene die door de politiek van de corrupte democratieën worden gemarginaliseerd en tot zondebok gestigmatiseerd. Eerder dan een mens te onderwaarderen, moet men hem meten aan wat menselijk en creatief aan hem is. Is het niet afbrekend om Zigeuners te vrezen en achterna te jagen, hoewel hen helpen hun artisanale en muzikale bronnen te ontwikkelen die van hun aankomst een welkome mogelijkheid biedt ? In plaats van op hypocriete wijze de werklozen in een arbeidsmarkt, geconfronteerd met een vermenigvuldiging van sluitingen van ondernemingen, te willen integreren waarom niet de structuren bevoordelen waar de inventiviteit van eenieder zijn vrije weg kan gaan ? De strijd voor de mensen zonder papieren strop zich veel te vaak op in een wanhopig, zelfs zelfmoordzuchtig, verweer. Hoewel het offensief de beste verdediging is. Geen agressief antwoord, van hetzelfde type als de politie-interventies georchestreerd door een zakelijke bureaucratie die cynisch genoeg hun soberheid zowel ophemelt als vernietigt. Maar een offensief die overal gebieden installeerd bevrijd van commercie en winstbejag, gebieden waar het recht op leven, vreugde, creatie, schoonheid, … We zullen de tekortkomingen van een staat, steeds verder verwijderd van de burgereisen, moeten goedmaken. Het gaat er voor ons om vanaf nu ons voor te bereiden als we niet langer willen dat importtaksen de zakken van de banken en de beursspeculanten vullen. Onze belangrijkste taak is de poëzie te installeren in een samenleving waar de smaak van winst en macht deze volledig losmaakte van verbeelding. Het is in deze wereld van agressieve verblinding noodzakelijk om te tekenen, heruit te vinden, de menselijke waarden vooraan te stellen zoals vrijgevigheid, solidariteit, creativiteit, vreugde en het soevereine leven.
Mens worden betekent zich los maken als slaven van werk en macht om het recht op geluk te bevestigen door condities voor het geluk van allen.