Internationalistische Gemeenschap van Rojava
Revolutie en coöperatieven
Revolutie en coöperatieven: Gedachten over mijn tijd met het economische comité in Rojava & Coöperatieven als revolutionaire strategie - geconfronteerd met kapitalistisch moderniteit
Democratisch confederalisme en coöperatieven
Andere werkzaamheden van het economisch comité
Coöperatieven als revolutionaire strategie - geconfronteerd met kapitalistische moderniteit
Coöperatieven als revolutionaire strategie, drie verschillende contexten
Wat is een coöperatief? Zoals de naam al zegt, gaat het bij een coöperatie om een samenwerking. Mensen werken samen in plaats van met elkaar te concurreren. Een internationalist beschrijft zijn ervaringen en inzichten in de economische werking in Rojava en stelt fundamentele vragen over een nieuwe vorm van economie, één die deel uitmaakt van een democratische moderniteit en niet van het kapitalisme.
In het onderstaande zal ik een kort inzicht geven over mijn ervaringen gedurende de tijd met het economisch comité van de kantons Qamişlo en Hasakah in Rojava, Noord-Oost Syrië. Ik zal vooral ingaan op de coöperatieve economie die in Rojava wordt opgebouwd. Als tweede (Zie: Coöperatieven als revolutionaire strategie - geconfronteerd met kapitalistische moderniteit) stap zal ik bespreken in hoeverre coöperatieven onderdeel kunnen zijn van een revolutionaire strategie over de hele wereld.
Om te beginnen nodig ik je uit om na te denken over het primaire doel van alle economische activiteit. Een definitie in Wikipedia beschrijft economie als "de instellingen en acties die de systematische bevrediging van de behoeften van de samenleving dienen". Het is duidelijk dat de kapitalistische economie ernstig heeft gefaald in het voldoen aan de behoeften van de samenleving. Het is duidelijk dat de productiemiddelen in de handen van het privé-kapitaal resulteren in armoede, postkoloniale structuren en milieuvernietiging die ons bestaan in gevaar brengt. Hoewel de gecentraliseerde reëel-socialistische economieën er misschien in geslaagd zijn een maatschappij met minder materiële ongelijkheid tot stand te brengen, zijn hun pogingen om de kapitalistische productiewijze te slim af te zijn er niet in geslaagd de ongezonde verhouding tussen mens en natuur van de kapitalistische moderniteit te overwinnen. Het is gebleken dat een staatskapitalistische productie ook in tegenspraak is met een economie die beantwoordt aan de behoeften van de maatschappij.
Ongeïnspireerde en liberale mensen over de hele wereld zijn geneigd te concluderen dat, aangezien noch, ongereguleerde neoliberale kapitaalmarkten, noch, een volledig gepland staatskapitalisme in staat zijn een humaan economisch en sociaal systeem te bieden, de voor de hand liggende oplossing ligt ergens tussen deze twee uitersten in. Maar om de voor de hand liggende oplossing te zien, moet men de gedachtenlijn verlaten die zich in gedachten van de mensen uitstrekt van de "vrije-markt"-economie aan de ene kant, tot de volledig geplande sociaalistische economie aan de andere kant. In plaats daarvan moeten we onszelf er eenvoudigweg aan herinneren dat het doel van de economie is "de behoeften van de samenleving te vervullen". En wie weet het beste hoe ze hun eigen behoeften kunnen vervullen? De mensen zelf. Daarom lijkt de enige redelijke manier om een alternatieve economie op te bouwen te zijn, dat het volk zijn productiemiddelen terugneemt. Wat noodzakelijkerwijs leidt tot de opbouw van een economie gebaseerd op structuren als coöperatieven.
Wat is een coöperatief? Zoals de naam al zegt, gaat het bij een coöperatie om samenwerking. Mensen werken samen in plaats van met elkaar te concurreren. De twee belangrijkste harde eisen van een coöperatief zijn dat de productiemiddelen eigendom zijn van de leden van de coöperatief en dat de beslissingen collectief en democratisch worden besproken en genomen. Bovendien moeten tegelijkertijd nieuwe vormen van (re)productie, relaties en gemeenschap worden ontwikkeld, aangezien coöperatieven zich nooit mogen beperken tot het aanpakken van uitsluitend economische vormen van onderdrukking.
Democratisch confederalisme en coöperatieven
In Noordoost-Syrië, algemeen bekend als Rojava, wordt gewerkt aan de opbouw van het nieuwe paradigma van de Koerdische vrijheidsbeweging, het democratisch confederalisme, voorgesteld door Abdullah Öcalan.
Als onze samenleving wil blijven bestaan, moet we de gemeenschapseconomie als grondslag stellen
In overeenstemming met dit alternatief voor de overheersende kapitalistische moderniteit, heeft de Rojava-revolutie wereldwijde aandacht gekregen door de nadruk te leggen op vrouwenemancipatie, volksdemocratie en sociale ecologie als de belangrijkste pijlers van de revolutie. Een ander principe van de democratische moderniteit is een gemeenschapseconomie gebaseerd op ecologische industrie en coöperatieven. Daarom steunt het Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië niet alleen elk project om een coöperatief op te zetten met financiële en materiële middelen, maar bezoekt het ook elke dag actief verschillende wijken, dorpen en gezinnen om te praten over de principes van een gemeenschappelijke economie en over de manier waarop op deze specifieke plaats een plaatselijke coöperatief zou kunnen worden opgericht. Het paradigma van het Democratisch Confederalisme benadrukt vooral het belang van het opbouwen van alternatieven in het hier en nu, zoals een passage uit het Manifest van de Jeugd beschrijft: "Vandaag echter gaat de opbouw vooraf aan het verzet. Overal waar de gelegenheid zich voordoet, wordt de opbouw onmiddellijk gerealiseerd. Als er een aanval is, wordt deze bestreden."
Het economisch comité van Noord- en Oost-Syrië geeft een reglement van de coöperatieven uit waarin de ideologische basisprincipes voor de uitvoering van de coöperatieve economie zijn opgenomen, evenals concrete regels die moeten voorkomen dat de coöperatieve principes vervagen en voorstellen hoe een democratische organisatie met verschillende comités binnen de coöperatieven en met regelmatige vergaderingen in de praktijk kan worden gebracht:
Volgens deze voorschriften is de rol van de coöperatieven nauw verbonden met de hierboven besproken ware betekenis van economie: "De vervulling van de basisbehoeften van de samenleving en de harmonie met het milieu worden als uitgangspunt genomen bij alle activiteiten van de coöperatieven."
Bovendien: "Coöperaties moeten in hun dagelijks leven en werk seksisme op een doeltreffende manier bestrijden. Een taakverdeling, die de aan vrouwen opgelegde lasten wegneemt en de wil van vrouwen bevordert, is het doel. Coöperaties effenen het pad voor een actievere deelname van vrouwen aan het sociale en economische leven. In het coöperatieve werk wordt het vrouwenrecht als basis genomen in zaken die vrouwen betreffen."
Het doel van de coöperatieven is "het opbouwen van een geest van sociale verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een morele en politieke samenleving, waarbij zij zichzelf tot fundament maken", evenals "De productie van de eerste levensbehoeften van de maatschappij volgens de voorwaarden van de oorlogseconomie".
De algemene vergadering van een coöperatief komt ten minste elke drie maanden bijeen. In de vergadering worden ook andere verantwoordelijken gekozen, zoals het bestuur, de financiën en het archief, en het toezichthoudend comité, dat controleert of de beginselen van de coöperatief worden nageleefd.
De inkomsten van een coöperatief worden als volgt verdeeld: 5% gaat naar de unie van coöperatieven, 25% gaat naar de fondsen van deze coöperatief die kunnen worden gebruikt om de coöperatieve activiteiten uit te breiden en verder te ontwikkelen en de resterende 70% kan de vergadering zelf bepalen, op een typische manier zal het onder de leden worden verdeeld. De exacte aantallen liggen, net als de meeste van deze richtlijnen, niet dogmatisch vast en kunnen na overleg worden aangepast aan verschillende situaties. Wat echter niet kan worden veranderd, is de regel dat maximaal 5% naar de regionale structuur (coöperatieve unie) moet gaan: Het mag minder zijn, maar niet meer, om de autonomie te waarborgen.
Coöperaties in de praktijk
De heersende economische theorie van de kapitalistische moderniteit, de verborgen ideologische rechtvaardiging voor het onderdrukkende en imperialistische beleid van natiestaten over de hele wereld, ziet het (egoïstische) individu als het belangrijkste economische object. Zelfs uiteenlopende groepen worden vereenvoudigd als handelend in het belang van één rationeel individu. Dit is geen verrassing als men bedenkt dat deze theorie voornamelijk door westerse, witte mannen werd gevormd. Binnen hun samenlevingen zijn zij er inderdaad in grote mate in geslaagd hun opvatting van de mens als "van nature" individualistisch handelend en utiliteitsmaximaliserend, in de praktijk te brengen. In veel andere regio's van de wereld, waaronder het Midden-Oosten, komt dit mensbeeld echter niet overeen met de mentaliteit en de realiteit van de mensen. Hier in Noord-Oost Syrië bijvoorbeeld kan niemand mij vertellen hoeveel individuele mensen er in hun dorp wonen of deel uitmaken van de coöperatie. De eenheid die wordt gebruikt is bijna altijd het gezin. Daarom is het zinvoller om over de familie te spreken als economisch en maatschappelijk subject (in tegenstelling tot object!).
De meeste coöperatieven in Rojava zijn landbouwcoöperatieven die gewassen, groenten en fruit verbouwen. Er zijn echter ook coöperatieven die zich bezighouden met veeteelt (schapen, koeien, kippen) en diverse laag-intensieve productie- en dienstverleningsvormen zoals bakkerijen, restaurants, (laken)winkels, kleermakerijen, kapperszaken, naaiateliers, zoutwinning en elektriciteitsvoorziening. Voor productie-coöperatieven buiten de landbouwsector die meer complexe en technologie-intensieve processen omvatten, zijn de twee beperkende factoren soms het gebrek aan know-how over het concrete productieproces, maar wat nog belangrijker is, de onbeschikbaarheid van de nodige apparatuur en machines. Dit is een rechtstreeks gevolg van het kolonialistische economische beleid van het regime tegen deze regio in het verleden en van het huidige embargo. Een concreet voorbeeld : in de afgelopen maanden waren er enkele vrouwen die een coöperatief wilden oprichten voor de productie van sokken, maar zij hebben nog geen manier gevonden om de nodige werktuigen te organiseren. Over het algemeen zijn de coöperatieven rechtstreeks verbonden met de commune van de buurt of het dorp of zelfs met meerdere communes. Dit verzekert dat hun activiteit in het belang is van de plaatselijke bevolking.
Tijdens mijn verblijf bij de economische commissie in Hasakeh heb ik deel kunnen uitmaken van het eerste proces van de oprichting van een nieuwe coöperatie. Als eerste stap bezochten wij een familie in een klein dorp tussen de oude nederzetting Tell Beydar en de grensstad Dirbêsiyê. Onder het genot van de verplichte thee vroegen we de familie naar hun inschatting van de vooruitzichten om met het hele dorp een coöperatief op te richten - zouden de andere dorpelingen het daarmee eens zijn? Om een eerste overzicht te krijgen en de discussie op gang te brengen, vroegen we deze dag alleen naar de omstandigheden die relevant zouden kunnen zijn: Wat is de situatie van het land? Zijn de dorpelingen al eigenaar van de grond rond hun dorp? Zijn er permanent genoeg mensen in het dorp aanwezig om fysiek werk op het veld te verrichten? Hoe is de watersituatie? Enz. We wisselden nummers uit en vroegen de familie om een vergadering te organiseren met het hele dorp binnen een paar dagen.
Ongeveer een week later keerden we terug naar het dorp, waar iedereen al op ons zat te wachten. Nadat kort aan alle dorpelingen was uitgelegd waarom wij het dorp voorstellen dit project op te starten en een paar vragen waren beantwoord, begon men onder elkaar te overleggen over de volgende stappen die genomen moesten worden. Het zelfbestuur wil alleen als facilitator optreden. Indien nodig zal het bestuur zaden leveren, helpen bij de aanleg van waterputten of de elektriciteitsvoorziening verbeteren. De coöperatief betaalt de door het zelfbestuur ontvangen steun terug. Er is echter niet zoiets als rente en in het geval dat de coöperatief problemen heeft met terugbetalen (bijvoorbeeld door een slechte oogst of verbrande velden) worden zij niet gedwongen de fondsen terug te betalen of betalen zij in latere jaren terug. In dit dorp was de infrastructuur voor basislandbouw echter wel aanwezig. Uiteindelijk is het dorp het eens geworden over 3 personen die de verantwoordelijkheid op zich zullen nemen voor het opstarten van het proces en het verzamelen van de kennis over gewassen en technieken. We spraken af om elkaar over 2-3 weken weer te ontmoeten. Tegen de tijd dat we teruggingen richting Hasakeh, was het al donker en in de verte konden we de glinsterende lichten van de stad Mardin in Noord-Koerdistan zien. Ook al waren we allemaal moe, onze stemming was verheugd over het vooruitzicht van een nieuwe coöperatief die op het punt stond de vlakten van Rojava te verrijken.
Op een andere dag woonden we een vergadering bij van een coöperatief die bestaat uit 51 gezinnen uit 8 verschillende dorpen. We kwamen bijeen in een van de dorpen onder een rij olijfbomen die ouder zijn dan alle huidige leden.
Enkele leden van de gezamenlijke coöperatief zitten onder olijfbomen te praten over de ontberingen en te luisteren naar ons voorstel voor een duurzame oplossing op lange termijn: Autonomie.
Deze dorpen hebben gezamenlijk een landbouwcoöperatie, die zich voornamelijk bezighoudt met de aanplant van tarwe. Op middellange termijn willen deze dorpen echter een tweede coöperatief oprichten voor de productie van schoenveters. De discussie ging deze dag echter vooral over de algemene rol en de steun van het zelfbestuur. Kort na het begin van de vergadering vertelden enkele leden over de moeilijkheden en ontberingen waarmee zij in hun dagelijks leven te maken hebben. Een lid legde uit dat de weg die de dorpen met de volgende stad verbindt in een zeer slechte staat verkeert, en dat zij ook geen schoon water en elektriciteit hebben. Een oude man voegde daaraan toe dat zij problemen hebben met een overbevolking van konijnen en moeilijkheden om vervoer te vinden voor hun kinderen om naar school te gaan.
Praktisch gesproken beschikt het Autonoom Bestuur echter niet over de bevoegdheid om snel een oplossing te vinden voor fundamentele problemen die de hele regio aangaan, zoals de waterproblematiek. Het watertekort is bijvoorbeeld een direct gevolg van de grootschalige, milieurampzalige bouw van stuwdammen door de Turkse staat in Zuid-Koerdistan gedurende de afgelopen decennia, waardoor de watertoevoer naar Syrië en het Midden-Oosten in het algemeen aanzienlijk is verminderd, alsmede het directe gevolg van recentere oorlogsmisdaden van de Turkse staat en zijn islamistische bendes, namelijk het gericht bombarderen van een vitale waterpijpleiding en het beperken van de watertoevoer vanuit de bezette gebieden.
Belangrijker nog is dat wij in het algemeen de verwachtingen van sommige coöperatieleden hebben moeten temperen en hebben moeten uitleggen dat wij als vertegenwoordigers van de economische commissie hun geen pasklare oplossing kunnen bieden voor alle huidige ontberingen van hun gemeenten. In plaats daarvan probeerden wij de dorpelingen ervan te overtuigen dat de enige duurzame oplossing op lange termijn het bereiken van zelfvoorziening is, wat betekent dat zij zo onafhankelijk mogelijk moeten worden van de steun van het zelfbestuur voor het oplossen van hun problemen en dat zij de mentaliteit van de staat moeten overwinnen. Vooral gezien de onstabiele politieke en militaire situatie die wij thans in het Midden-Oosten en met name in Noord- en Oost-Syrië meemaken, met de voortdurende dreiging van zowel plaatselijke als wereldmachten, mag men niet vertrouwen op de beschikbaarheid van steun van buitenaf. In het ergste geval, wanneer het land van de dorpen opnieuw in handen valt van islamitische terreurgroepen, krijgsheren of fascistische staten, zullen de omstandigheden zeker nog moeilijker worden.
Daarom hebben we geprobeerd de leden ervan te overtuigen dat we door de versterking van de coöperatief en de versterking van de gemeenschapszin onder de dorpelingen en tussen de dorpen onderling, onze toekomst in eigen handen kunnen nemen. Hoewel een basisinfrastructuur uiteraard noodzakelijk is om het dagelijkse werk van een coöperatief te kunnen blijven doen, zal het volgen van een coöperatieve strategie met een vooruitziende blik ook de algemene omstandigheden in die dorpen verbeteren. Dit begint met de financiële of materiële onafhankelijkheid die kan worden bereikt wanneer de coöperatief kan voorzien in het levensonderhoud van gezinnen, maar omvat ook de autonomie die kan worden verkregen op het gebied van zelfverdediging of onderwijs door middel van organisatie. Bovendien worden, zoals in de beginselen hierboven is uitgelegd, de inkomsten van de coöperatief voor een groot deel opnieuw geïnvesteerd en gebruikt voor gemeenschappelijke projecten. Daarom zal de gemeente bijeenkomen en bespreken welk project het meest nodig is voor de samenleving. Die dorpen kunnen bijvoorbeeld besluiten om een regelmatige schoolbusdienst in te stellen of de wegen te repareren. Op die manier proberen we een toekomst uit te tekenen die het waard is om voor te strijden. In die zin is de rol van het zelfbestuur in de eerste plaats om de coöperatief te steunen op de moeilijke weg naar succes.
Hoewel het doel op middellange termijn van de oprichting van coöperatieven in heel Noord- en Oost-Syrië beslist het bereiken van zelfvoorziening voor de materiële behoeften van de samenleving is, is het diepere doel, dat noodzakelijkerwijs hand in hand gaat met het eerste doel, het vergemakkelijken van het herstel van het gemeenschapsleven. Elke afzonderlijke coöperatief is een kiem voor een nieuwe gemeenschappelijke economie. Een bestuurslid van de unie van coöperatieven in Qamişlo bevestigde mijn veronderstelling dat het moeilijkste deel van het proces om deze alternatieve economie op te bouwen erin bestaat de mentaliteit van de samenleving te veranderen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de meeste samenlevingen in de westerse hegemonie, is het moeilijkste misschien niet eens het overwinnen van de schade van het individualisme, dat de samenleving in het Midden-Oosten niet in die mate heeft weten te infiltreren. Een veel voorkomende hinderpaal voor eigen initiatief is veeleer een feodale mentaliteit die in de loop van jaren van onderdrukking is ingeworteld. Om een alternatief perspectief te bieden, bezoekt de commissie van economie regelmatig coöperatieven om voorlichting en discussie op gang te brengen over de ideologische basis van de coöperatieve economie en het leven in het algemeen dat naar democratische moderniteit streeft.
Op zekere dag bezochten wij een betrekkelijk jonge coöperatief in een overwegend Arabisch dorp ten zuidwesten van Hasakeh op de weg naar Raqqa met het oog op onderwijs.
Terwijl de tomaten op de foto, die een lid van de coöperatief ziet, nog niet rijp waren, waren de watermeloenen overheerlijk. De droge omgeving geeft een hint van het belang van water in de regio.
Niet iedereen van de economische commissie (inclusief ikzelf) kan in het Arabisch communiceren, maar aangezien een samenleving met drie officiële talen gewend is aan vertaling en bemiddeling tussen verschillende talen, leek de taalbarrière geen groot obstakel te zijn. Het onderwerp van deze dag was de waarde en betekenis van ons land. Na een check-up van de algemene situatie van het dorp en de coöperatief in het bijzonder, begonnen we met de theoretische inbreng. Hoewel er geen intensief debat volgde, brachten enkele leden hun standpunten in en probeerden we open vragen te verduidelijken. Net voor zonsondergang maakten we een wandeling naar de velden van de coöperatief en proefden we van de eerste watermeloen van het seizoen. Naast het typische fruit en vooral de groenten heeft deze coöperatief ook enige ervaring opgedaan met de aanplant van jute, dat in de toekomst een grotere rol kan spelen in de landbouwcoöperatieven, wat ik hieronder zal toelichten.
De opleiding van de leden van de coöperatief wordt niet alleen in het begin gezien als een belangrijk onderdeel van de opbouw van een coöperatie. In plaats daarvan wordt het gebruikt als een constant instrument om te blijven verbeteren in overeenstemming met de coöperatieve waarden. Op de vraag hoe we kunnen voorkomen dat coöperatieven in Noord- en Oost-Syrië terugvallen in feodalistische of kapitalistische mentaliteiten, zoals veel pogingen in de wereld hebben gedaan, antwoordde een lid van het Huis van coöperatieven:
"Je moet je voortdurend vernieuwen. Water dat voortdurend stroomt is altijd schoon. Water dat op dezelfde plaats blijft en zich niet vernieuwt, begint te rotten en raakt vervuild. Hoe vernieuwen we onszelf? Door oefening en onderwijs. Het is niet zo dat iemand een opleiding krijgt en dan in de praktijk gaat, nee, opleiding gaat verder met praktijk. Dus zolang je jezelf niet afsnijdt van je bevolking en doorgaat met onderwijs zul je altijd dit systeem houden van het bespreken van je ervaring en het beslissen welke stap je nu moet nemen. Met je bevolking vernieuw je jezelf voortdurend en ben je in staat om stagnatie en de weg die leidt naar kapitalisme te bestrijden."
Zoals hierboven vermeld bij de beginselen van coöperatieven en als fundamentele pijler van het democratisch confederalisme, is ecologie ook voor coöperatieven in Noord-Oost Syrië een centraal punt. Terwijl ecologie een centrale plaats inneemt in de ideologische opvoeding om de samenleving haar nauwe band en harmonie met de natuur te laten hervinden, zijn er ook enkele concrete materiële stappen gezet binnen het werk van de coöperatieven. Een van de centrale doelstellingen is een einde te maken aan de uitgebreide monocultuur van graan die door het regime aan de bevolking van Noord-Oost Syrië werd opgelegd.
Dit zijn de jute planten die deze coöperatief dit jaar kweekt. Deze specifieke soort wordt echter gebruikt als voedsel en niet als bouwmateriaal.
Zowel nieuw opgerichte als reeds bestaande landbouwcoöperatieven worden daarom aangemoedigd om, indien zij toch besluiten graan te verbouwen, slechts de hoeveelheid te planten die nodig is voor hun eigen brood. In plaats daarvan zou het zwaartepunt van de productie moeten worden verlegd naar groenten en fruit, aangezien het zelfbestuur deze basisvoedingsmiddelen nog steeds uit andere streken moet invoeren. Tegelijkertijd zijn er zeer interessante discussies gaande over de invoering van nieuwe of slechts zelden gebruikte gewassen die ook non-food materiaal zouden kunnen leveren en zo de economische autonomie van de regio's een impuls zouden kunnen geven. Eén voorstel in deze richting betreft de verspreiding van planten zoals jute, dat 100% biologisch afbreekbare vezels oplevert die kunnen worden gebruikt voor de productie van textiel, touw en diverse andere materialen en waarvoor weinig bestrijdingsmiddelen en meststoffen nodig zijn. Dit zou met name een alternatief kunnen zijn voor katoen, een van de weinige andere gewassen die in de regio onder het regime zijn verbouwd en die een enorm water- en pesticidenverbruik hebben. Sinds het zelfbestuur is ingesteld, is de katoenteelt om deze ecologische redenen al teruggedrongen.
Coöperaties worden ook gezien als een mogelijkheid om interculturele en interreligieuze uitwisseling en wederzijds begrip te bevorderen. Door de diverse bevolking vinden dergelijke ontmoetingen automatisch plaats in de meeste coöperatieven in Noordoost-Syrië. Op het platteland van Hasakeh bijvoorbeeld wordt momenteel een nieuw project van het zelfbestuur ter bevordering van een multiculturele samenleving in de praktijk gebracht. Het concept bestaat erin een klein dorp te bouwen met een landbouwcoöperatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van het land in de directe omgeving.
Een van de stenen huizen die worden gebouwd voor de gezinnen die er binnenkort hun intrek zullen nemen.
Dit dorp is volledig nieuw gebouwd voor ontheemde gezinnen en het unieke detail is dat gezinnen van verschillende etniciteit en religie opzettelijk bij elkaar zijn gezet. De eerste keer dat ik deze plaats bezocht, werd de put, die door de economische commissie ter beschikking was gesteld, reeds gebruikt om de nabijgelegen groenten van de coöperatief van water te voorzien. Tot nu toe woont slechts één van de drie families (Arabische Moslim, Koerdische Yazidi & Syrisch Christen) die het project in eerste instantie zouden moeten opstarten, op de plaats en tot nu toe leven zij slechts in een tijdelijke tenten. Toen wij hen een tijdje later bezochten, waren er reeds 2 stenen huizen opgetrokken en verwacht werd dat de tweede familie er in de komende dagen zou intrekken.
Een concept dat in sommige gebieden in de planning zit en in andere steden al wordt toegepast, is het idee van een coöperatieve markt, waar de omliggende coöperatieven hun producten kunnen verkopen.
Tijdens een bijeenkomst met een grote gezamenlijke coöperatief van 3 dorpen en ongeveer 300 gezinnen ten noordwesten van Tirbespî, werd dit ook als voorstel besproken. Vorig seizoen had deze coöperatief het probleem, dat zij meer had geoogst dan zij zelf kon gebruiken en in de omliggende dorpen kon verkopen. Dit had tot gevolg dat een deel van hun groenten bedorven raakte. Om dit in de toekomst te voorkomen, heeft de vergadering besloten om een deel van hun inkomsten van vorig jaar te investeren in een koelkast om groenten in te bewaren. Daarnaast stelden we voor om een coöperatieve markt te openen in de nabijgelegen stad Tirbespî, zodat ze al hun groenten aan de gemeenschap konden verkopen.
De leden van de coöperatief bespreken een oplossing voor hun opslagprobleem. Het gekozen bestuur bemiddelt samen met een vertegenwoordiger van de coöperatieve unie op Qamişlo.
Een soortgelijk project wordt momenteel uitgevoerd in Hasakeh. Voor deze markt hebben we verschillende verlaten gebouwen in de stad verkend, de meeste waren op zijn minst gedeeltelijk beschadigd door de oorlog, maar uiteindelijk hebben we een geschikt gebouw gevonden. Deze coöperatieve markten, die, zoals de naam al zegt, winkels zullen zijn die op coöperatieve wijze worden gerund, zullen niet alleen een plaats zijn voor de plaatselijke coöperatieven om hun producten te verkopen. Ook de plaatselijke landbouwers die moeilijkheden ondervinden om hun oogst te verkopen, zullen de kans krijgen om hun producten te verkopen. Voorts is het de bedoeling dat als een volgende stap ook producten van coöperatieven die in verschillende regio's werkzaam zijn, zullen worden aangeboden. Dit zou de basis leggen voor een coöperatieve handel in verschillende goederen tussen verschillende regio's. Naast het bieden van een plaats waar coöperatieven hun producten centraal kunnen verkopen en het creëren van meer coöperatieve werkplaatsen, is het belangrijkste voordeel van het concept van een coöperatieve markt dat er geen tussenhandelaar is die extra kosten in rekening zal brengen. Daarom zal ook de samenleving in het algemeen profiteren omdat coöperatieven lagere prijzen kunnen bieden dan de algemene markt. De coöperatieve markten zullen dit voordeel alleen maar versterken en kunnen een belangrijke stap zijn om de logica van de op winst gerichte markten te omzeilen.
Onder de coöperatieven in Noordoost-Syrië die ik heb gezien, zijn er enkele waar de verantwoordelijkheid om een drijvende factor te zijn voor de bevrijding van vrouwen in de praktijk is gebracht en de betrokkenheid van vrouwen volledig is gerealiseerd. In andere regio's, vooral in de zuidelijke gebieden waar de feodale en patriarchale invloed sterker is geweest, wat niet verwonderlijk is als men bedenkt dat sommige van die regio's pas zeer recentelijk zijn bevrijd van de cruciale heerschappij van de zogenaamde Islamitische Staat, vordert de integratie van vrouwen langzamer. Op een bijeenkomst van een coöperatief bijvoorbeeld zaten de vrouwen meestal op de grond naast de mannelijke leden die op stoelen zaten. Bij andere gelegenheden waren er maar heel weinig vrouwen aanwezig. In dit soort situaties proberen wij de deelname van vrouwen op twee manieren te bevorderen: In het beschreven geval bijvoorbeeld vroeg een commissielid retorisch: "Weten de vrouwen niet hoe ze landbouw moeten bedrijven?" - in een poging om op speelse wijze te wijzen op het feit dat vrouwen tijdens de vergadering aan de kant zitten en voor de kinderen zorgen. Maar later namen we ook de tijd om in detail uit te leggen en te bespreken waarom de deelname van vrouwen van vitaal belang is voor het gemeenschappelijke leven, de coöperatief en deze revolutie.
Net als in andere aspecten van het leven in Rojava, heeft ook de economie een autonome vrouwenafdeling (aboriya jin). Eerder dit jaar maakte ik deel uit van een delegatie waar we de kans hadden om twee coöperatieven van de autonome vrouweneconomie te bezoeken. Een ervan is een landbouwcoöperatief niet ver van Tirbespî, die naast het verbouwen van een grote verscheidenheid aan groenten en fruit ook wat veeteelt omvat, zoals schapen en geiten. Toen deze coöperatief begon, betaalden zij de leden loon uit. Tegenwoordig hebben ze het klassieke loonsysteem echter achter zich gelaten en verdelen ze in plaats daarvan de producten en de verdiensten uit de verkoop van hun producten op de lokale markt. Terwijl er coöperatieven zijn waar elk lid (familie) hetzelfde deel van de opbrengst of oogst ontvangt, heeft deze coöperatief besloten de middelen te verdelen naar gelang van de specifieke behoeften. Zelfs als twee leden bijvoorbeeld hetzelfde werk doen, ontvangt het lid wiens gezin uit 5 kinderen bestaat net zo meer dan het andere lid met slechts 2 kinderen. Hieruit blijkt dat de coöperatieven autonoom in hun vergadering kunnen beslissen hoe zij hun coöperatie structureren, zolang zij zich maar aan het basiskader houden. Deze coöperatief organiseert zich door middel van een wekelijkse Tekmil (verslag & reflectie) en een maandelijkse algemene vergadering, aevenalseen maandelijkse educatie, hetzij werkgerelateerd of op ideologisch niveau. Het werkbeleid in deze coöperatief is georganiseerd volgens het motto: "Iedereen naar vermogen". Dit houdt in dat het werk niet zwaar op het veld hoeft te zijn in geval van ziekte of een algemene fysieke zwakte. De grootste moeilijkheid waarmee deze coöperatief te kampen heeft, is het embargo dat door alle omliggende natiestaten op de autonome regio is gelegd. Het embargo staat hen niet toe belangrijke onderdelen te importeren om bijvoorbeeld hun tractor te repareren.
De leden van de coöperatief leggen jonge groenten vast. In deze vrouwencoöperatief werken ook enkele mannen. Maar alleen als deel van een ledenfamilie - "alleenstaande" mannen kunnen geen lid worden.
De andere coöperatief bevindt zich in Tirbespî zelf. Deze autonome vrouwencoöperatief produceert verschillende soorten jam en ingeblikte groenten. Sommige vrouwen hadden vroeger voor een NGO gewerkt, maar verdienen nu meer geld in de coöperatie, terwijl andere vroeger thuis zaten en het werken met de coöperatief ook ervaren als een instrument voor empowerment. De verantwoordelijke persoon van de vrouweneconomie legde uit dat binnen een jaar één van hun machines stuk was gegaan en zij geen loon konden uitbetalen. Volgens haar was dit in ieder geval nuttig voor de leden om te beseffen dat dit hun eigen project is en geen gewone loonarbeid. En in de daaropvolgende jaren waren ze in staat om hun inkomsten te verhogen.
Een interessant inzicht van die bezoeken was ook dat beide coöperatieven nauw met elkaar verbonden zijn aangezien de landbouwcoöperatief rechtstreeks een deel van de grondstoffen (fruit/groenten) produceert voor de coöperatief die jam en andere conserven produceert.
Bij vergelijking van de vrouwencoöperatieven met de algemene economische structuur kreeg ik de indruk dat de vrouwencoöperatieven beter georganiseerd en in het algemeen meer uitgewerkt waren, wat enerzijds leidt tot een productief resultaat en een snellere materiële en ideologische verbetering, maar anderzijds ook het gevaar in zich bergt dat zij op sommige valkuilen van de westerse coöperatieven gaan lijken. De coöperatieven van de algemene structuur hadden minder invloed van het economisch comité, wat enerzijds kan leiden tot meer onafhankelijkheid en autonomie en een gemeenschapsgeest, maar anderzijds kan verklaren dat hun structuur en organisatie soms losser en minder doelgericht lijken.
Aangezien mijn inzicht in met name de vrouwenstructuur zeer beperkt was, kan deze vergelijking nogal arbitrair zijn. In plaats van te concluderen dat de vrouwencoöperatieven over het algemeen beter georganiseerd zijn maar minder onafhankelijk, wil ik daarom eerder benadrukken dat coöperatieven in Noord-Oost Syrië zich heel verschillend ontwikkelen naar gelang van hun plaatselijke omstandigheden (dorp/stad, soort product, activiteit van het comité) maar vooral naar gelang van de wil van hun leden.
Andere werkzaamheden van het economisch comité
In het bijzonder geconfronteerd met de realiteit van een aanhoudende oorlog, een enorme inflatiecrisis als gevolg van internationale sancties tegen het Assad-regime die het zelfbestuur even hard treffen en een streng embargo in alle richtingen, is de topprioriteit die het autonome bestuur voor zichzelf heeft gesteld het veiligstellen van de basisvoedselvoorziening om te voorkomen dat mensen verhongeren. Hoewel coöperatieven zeer geschikt zijn om deze rol te vervullen, is de gerichte uitbreiding van het zelfinitiatief van de samenleving om coöperatieven op te zetten nog niet voldoende, en daarom beheert het zelfbestuur verschillende productiegebieden.
Een voorbeeld zijn de gewassilo's. Tijdens het oogstseizoen heb ik een week doorgebracht in verschillende silo's in het kanton Qamişlo. Het bestuur koopt de gewassen rechtstreeks van de boeren en verdeelt ze later onder verschillende bakkerijen enz. Om de boeren enige financiële zekerheid te bieden in tijden van een sterk schommelend Syrisch pond, is de prijs van de gewassen gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Ik heb verschillende van de werknemers van de silo's naar hun situatie gevraagd. De meesten van hen werken al minstens 25 jaar op deze plaats - meestal voor het regime, de laatste jaren voor het zelfbestuur. Zij vertelden mij dat in vergelijking met het werken voor het regime, hun werktijden aanzienlijk zijn verminderd, waardoor zij tijd hebben om bij hun gezinnen te zijn. Bovendien wordt er tegenwoordig voor eten en drinken gezorgd.
Voor de poorten van de gewassilo's stonden dagelijks eindeloze rijen vrachtwagens, tot de nok toe volgeladen met de verse oogst, te wachten op hun beurt om hun oogst te wegen en te verkopen. Soms was de stemming onder de boeren behoorlijk gespannen, iedereen wilde de volgende in de rij zijn. Hoewel urenlang wachten in de hete zon misschien een deel van de gemoederen verklaarde, was de onderliggende reden hoogstwaarschijnlijk de algemene moeilijke economische situatie, die nog was verergerd nadat de VS een paar dagen eerder nieuwe sancties had ingevoerd.
Na de kwaliteitscontrole wordt de oogst in een put onder de grond gegooid, van waaruit hij door middel van een elektronische vacuümregeling in de grote silo's wordt overgebracht.
Over het geheel genomen was de oogst dit jaar echter bijna twee keer zo groot als vorig jaar. Terwijl vorig jaar hele gebieden met akkers in brand werden gestoken door islamistische bendes (slaapcellen van ISIS en anderen) om de autonome organisatie van de mensen in Noord- en Oost-Syrië te verzwakken, zijn deze terroristische aanvallen dit jaar sterk verminderd dankzij de enorme inzet van de vrijwillige Sociale Verdedigingstroepen (Hêzên Parastina Civakî - HPC). Zij hielden de klok rond de wacht op hun lokale velden en zorgden zo voor het levensonderhoud van duizenden boeren en de voeding van alle mensen in Noord- en Oost-Syrië.
Een ander voorbeeld van de beschikbaarheid van basisvoedsel zijn de "Newroz"-winkels in elke stad, waar voedsel en andere huishoudelijke basisproducten tegen betaalbare prijzen worden verkocht. In tijden van verheviging van de aanhoudende crisis, zoals tijdens de uitbraak van het Coronavirus, deelt het zelfbestuur bovendien gratis voedselpakketten uit aan arme gezinnen.
Een andere taak van het economisch comité is te voorkomen dat particulieren misbruik maken van een crisissituatie door te dure goederen aan te bieden. Los van de huidige crisis probeert de commissie ook te voorkomen dat monopolies zich in Noord-Oost-Syrië vestigen of er hun aanwezigheid handhaven. Er bestaan nog steeds particuliere ondernemingen in Noord- en Oost-Syrië en er zijn ook geen plannen om de eigenaars van de kleine detailhandelszaken, die de meest zichtbare economische activiteit vormen in de steden van Noord-Oost-Syrië, te onteigenen.
Bovendien wordt privébezit beschermd volgens arikel 41 van het sociaal contract dat in 2014 werd afgekondigd. In hetzelfde artikel staat echter ook dat privé-eigendom kan worden ontnomen omwille van het maatschappelijk belang. Het doel van de economische filosofie van Noord- en Oost-Syrië is om privébezit in dienst te stellen van de samenleving. Wat dit in de praktijk betekent, moet worden nagegaan aan de hand van de ervaringen ter plaatse. Een van de meest voor de hand liggende conclusies is dat elke vorm van monopolie zal worden voorkomen.
Op zekere dag keerde een medewerker van de economische commissie terug naar Qamişlo van een bijeenkomst in een andere stad en bracht twee flessen van hetzelfde vruchtensap en twee verschillende ontvangstbewijzen mee. Hij liet ons zien dat hij in de ene stad bijna drie keer zoveel betaalde voor precies hetzelfde sap als in de andere stad. Hij vertelde me dat ze met de eigenaar van de winkel zullen proberen te praten om zijn prijzen tot een redelijk niveau aan te passen.
In het algemeen werkt het economisch comité voortdurend aan plannen en verschillende projecten voor de toekomst, zoals het recyclen van koeien- en kippenmest om methaan en biologische meststof te winnen en nog veel meer projecten om de overgang naar een ecologische en sociale economie te bevorderen, te midden van de voortdurende oorlog.
Coöperatieven als revolutionaire strategie - geconfronteerd met kapitalistische moderniteit
Het idee om binnen het kapitalisme socialistische elementen op te bouwen via coöperatieven, vaak gepaard gaande met een soort (con-)federaal syndicalisme, is niet nieuw. In theorie klinkt deze strategie aantrekkelijk. Volgens schattingen bestaan er vandaag de dag echter al 3 miljoen coöperatieven met bijna een miljard leden wereldwijd, dus 12% van de mensheid zou betrokken zijn bij coöperatieven, en ook in veel centra van de kapitalistische moderniteit zijn coöperatieven formeel een onderdeel van de economische realiteit. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) beweert zelfs dat 50% van het landbouwresultaat in de wereld via coöperatieven wordt verhandeld. Als dit allemaal waar is en coöperatieven de oplossing zouden zijn voor een op democratie gebaseerde economie, waarom is de wereld er dan nog niet beter op geworden? Is het gewoon omdat de huidige productiewijze niet de noodzakelijke voorwaarden biedt voor coöperatieven om hun werkelijke potentieel te tonen? In ieder geval lijkt het duidelijk dat slechts een klein deel van deze statistieken betrekking heeft op "echte" coöperatieven die nog niet geïntegreerd zijn in de kapitalistische productiewijze. Bovendien lijkt het erop dat de IAO elk terrein dat niet in handen is van een grote internationale onderneming tot de coöperatieven rekent. Nauw verwant, voor ons hoofdthema echter, is de vraag waarom het aanzienlijke bestaan van coöperatieven in verschillende regio's en tijdperken vaak niet heeft geleid tot enige revolutionaire beweging of tenminste politieke organisatie? Is er iets fundamenteel mis met het idee van coöperatieven als sleutel om het kapitalisme te overwinnen? Ook het feit dat veel liberale westerse wetenschappers en organisaties als de VN voorstellen doen om coöperatieven te stimuleren, is een reden tot twijfel. Wat is hun belang? Zullen coöperatieven zelfs gebruikt worden om de huidige machtsstructuren te stabiliseren?
Eén ding is zeker: we zullen het kapitalisme niet overwinnen door simpelweg coöperatieven toe te voegen. We hoeven het niet eens te hebben over statistische, financiële of internationale machtsstructuren die eerder vroeger dan later zullen verhinderen dat de samenleving het grootste deel van de economie, inclusief de kernindustrieën, onder haar controle krijgt: De huidige eigenaren en profiteurs van de productiemiddelen hoeven niet eens actief in te grijpen in het potentiële gevaar van overname door coöperatieven, want die alternatieve economische instellingen worden gewoon door het systeem geabsorbeerd zodra ze een aanzienlijke omvang of invloed bereiken. Een zeer goed voorbeeld is de Baskische coöperatie Mondragón, die zelfs door zogenaamd radicale voorstanders van coöperatieven als Richard Wolff als voorbeeld wordt genomen dat coöperatieven ook op grote schaal goed kunnen werken. In de praktijk lijkt de echte coöperatieve basis van dit bedrijf echter te zijn verbroken onder de druk van de kapitalistische assimilatie. Het uitbesteden van hun productie aan goedkope arbeidskrachten is onderdeel geworden van hun praktijk, en bovendien is tegenwoordig slechts eenderde van de mensen die voor Mondragón werken daadwerkelijk lid van de coöperatie.
Deze absorptie tendens is de reden waarom de ideologie van het liberalisme zo krachtig is in het verhinderen dat enig alternatief terrein wint, niet alleen op economisch maar ook op ander politiek en sociaal gebied. Het liberalisme is in staat de ideeën of bewegingen van elke oppositie te absorberen en creëert zelfs zijn eigen oppositie om die later te gebruiken om elke echte oppositie te delegitimeren. Volgens dezelfde logica bestaat ook het gevaar dat liberaal gecoöpteerde coöperatieven zelfs het voortbestaan van het kapitalistische systeem helpen verlengen. Door hulp te bieden bij de aanpassing aan noodzakelijke hervormingen en trends in de toekomst, zoals het rekening houden met ecologische aspecten of het geven van een stem aan werknemers op basisniveau zonder fundamentele tegenstellingen aan te raken, maken liberaal gecoöpteerde bewegingen, waaronder coöperatieven, op die manier het kapitalisme weerbaarder tegen kritiek en aanvallen.
Daarom betogen veel collega's dat coöperatieven alleen de rol op zich kunnen nemen om ons naar een serieus alternatief voor de kapitalistische moderniteit te leiden, als ze worden ingebed in een diepgaande revolutionaire strategie. Vóór een revolutionaire situatie kunnen coöperatieven misschien alleen de rol spelen van voorbereiding, vorming en opbouw van een minimum aan alternatieve structuren, zodat we niet bij nul hoeven te beginnen zodra de gelegenheid zich voordoet om de dominante machtsstructuren uit te dagen. Verder ben ik het eens met Noam Chomsky dat "de wortels van een vervolgproject binnen het kapitalisme en zijn neoliberale organisatie zullen moeten worden gelegd binnen de bestaande economie". Abdullah Öcalan stelt verder dat "het een noodzaak van de sociale natuur is dat er verzet en een alternatief is voor kapitaalaccumulatie en de daaruit voortvloeiende machtsinstrumenten, waar en wanneer die ook bestaan". Dit gaat hand in hand met het inzicht dat de status quo zich niet zomaar zal oplossen zonder gewelddadige contrarevolutionaire aanvallen wanneer er een alternatieve economie ontstaat. In plaats daarvan zal zelfs in een toekomst waarin de democratische moderniteit is hersteld, zal voorlopig de kapitalistische moderniteit blijven bestaan, of in elk geval geval in de mentaliteit van de samenleving.
Tegelijkertijd kunnen coöperatieven staan voor een theorie van de revolutie, die zich richt op de voorbereiding op het verschijnen van een "Kairós-moment” (moment van kans) door zich te organiseren en concrete alternatieven tot stand te brengen. Het machtsvacuüm in Noordoost-Syrië voorafgaand aan het begin van de Rojava-revolutie kan worden omschreven als zo'n "moment van kans", dat tot succes leidde omdat het moment werd herkend en de samenleving vele jaren van tevoren was georganiseerd. Dit concept combineert en onderscheidt zich van andere benaderingen van revolutie: De klassieke/orthodoxe marxistische visie van wachten tot de revolutie verschijnt door historisch determinisme en geschiedenis als vooruitgang (die ons degradeert tot passieve toeschouwers totdat de omstandigheden rijp zijn) aan de ene kant en de Leninistische strategie van het forceren van revolutie door georganiseerd vanguardisme (voorhoedepartij) of een eerder insurrectionistische/spontainistische benadering van de bewering "revolutie is wanneer en waar we willen" aan de andere kant (organisatie is de sleutel, maar proberen de revolutie te forceren zonder het externe tijdskader en de omstandigheden te erkennen is hopeloos). In een coöperatieve revolutionaire strategie wordt de coöperatie gebruikt als een instrument van organisatie en voorbereiding dat onmiddellijk moet beginnen, terwijl er altijd een brede maar duidelijke analyse is van de politieke situatie om een Kairós-moment te herkennen zodra dat zich voordoet, waarin de coöperatieven (samen met andere instellingen en structuren) van hun leibanden worden bevrijd en de fundamenten leggen voor het opkomende alternatief. Deze strategie erkent dus dat een revolutionaire breuk alleen mogelijk of duurzaam is als de omstandigheden geschikt zijn, maar benadrukt tegelijkertijd dat die kansen alleen kunnen worden benut als in de jaren of decennia daarvoor de nodige voorbereidingen zijn getroffen.
De belangrijkste tegenstrijdigheid van het streven naar een coöperatieve economie binnen de kapitalistische overheersing is het onopgeloste raadsel hoe men coöperatieven kan creëren die verder reiken dan een niche en tegelijkertijd de constante druk van de logica van de kapitalistische markten kan vermijden. In navolging van Rosa Luxemburg ben ik het ermee eens dat coöperatieven binnen de kapitalistische moderniteit onvermijdelijk in de val lopen. In haar pamflet Hervorming of Revolutie levert Luxemburg zware kritiek op Eduard Bernstein vanwege zijn revisionistische argumentatie. Hoewel ik Bernstein's analyse verdedig dat het kapitalisme veerkrachtig is en niet onvermijdelijk snel zal instorten zoals veel van zijn critici zoals Luxemburg voorspelden (met mijn kleine voordeel dat ik toegang heb tot 120 jaar meer kapitalistische geschiedenis), ben ik het eens met haar algemene kritiek en gebruik ik haar argumentatie waarom de door hem voorgestelde coöperatieven en vakbonden "totaal niet in staat zijn de kapitalistische productiewijze te veranderen": Coöperaties kunnen ofwel in de assimilatieval trappen, wat betekent toegeven aan de concurrentie van de markt. In dat geval wordt de beheersing van de productie door het belang van het kapitaal vroeg of laat onoverkomelijk voor het voortbestaan van de coöperatie. Of anders, als de leden zich verzetten tegen de eerste val en erin slagen enkele van hun principes overeind te houden, vallen ze in de tweede val van isolatie en zelfexploitatie. In dit geval staan ze relatief los van de kapitalistische markt, maar aangezien er geen alternatief bestaat, leidt dit tot de (relatieve) insignificantie van een buurtutopie, burn-out van de leden of ontbinding. Luxemburg legt uit: "De coöperatieven zijn verplicht tegenover zichzelf de rol van kapitalistische ondernemer te spelen - een contradictie die de gebruikelijke mislukking van coöperatieven in de productie verklaart, die ofwel pure kapitalistische ondernemingen worden of, als de belangen van de arbeiders blijven overheersen, eindigen met ontbinding."
Als volgende stap stelt Luxemburg dat de enige manier om de druk van de kapitalistische markt te vermijden is zich aan dit mechanisme te onttrekken. Ze stelt voor dat (productie-)coöperatieven de vraagzijde van de economische cirkel op een onafhankelijke manier moeten organiseren. Zij stelt voor dat dit de rol is van consumentencoöperatieven. Dus consumentencoöperatieven zijn het ontbrekende puzzelstukje voor de oplossing? Niet zo snel, vervolgt Luxemburg, dat dit nog steeds een zeer beperkte reikwijdte zal hebben vanwege de beperking van het productaanbod waar consumentencoöperatieven om vragen, dat meestal gebonden is aan voedsel en kleinschalige productie. Om de economie onder controle te krijgen zouden echter systeemrelevante industrieën nodig zijn. Tegelijkertijd beschrijft zij echter hoe een symbiose tussen productie- en consumptiecoöperatieven toch een economische productiekring tot stand zou kunnen brengen die grotendeels onafhankelijk is van de voornaamste kapitalistische marktstructuren. Als we niet de illusie hebben dat dit op zichzelf een existentiële bedreiging zal vormen voor de mondiale productiepatronen, kan het een omgeving bieden om zich te organiseren en waardevolle ervaringen op te doen.
We hebben dus gezien dat coöperatieven zich in een kapitalistisch systeem nauwelijks volgens onze wensen kunnen ontwikkelen. Tegelijkertijd, als coöperatieven perfect zouden functioneren binnen het kapitalistische systeem, zou dit er dan niet op wijzen dat coöperatieven niet de wortel zijn van de alternatieve economie die we nastreven? Marx beschrijft de zelfexploitatieval wanneer hij stelt dat "de arbeiders hun eigen kapitalisten worden", wat wellicht een gunstiger situatie is dan uitgebuit te worden door een externe "echte" kapitalist, maar het doel zou een economie moeten zijn die helemaal niet gebaseerd is op het maken van winst. Het feit dat coöperatieven in de kapitalistische moderniteit nauwelijks kunnen overleven zonder toe te geven aan compromissen, zelfexploitatie of een andere vorm van assimilatie, toont aan dat de kapitalistische overheersing niet de natuurlijke leefomgeving van coöperatieven is.
Een andere gangbare kritiek op coöperatieven als basis van een toekomstig economisch systeem is dat ze niet fundamenteel breken met het loonstelsel. Alleen omdat we ons loon aan onszelf betalen, is het nog steeds loon. Deze kwestie gaat hand in hand met de fundamentele vraag of we een complexe economie kunnen organiseren zonder het gebruik van geld. Hoewel dit zeer interessante en belangrijke vragen zijn, is noch loonarbeid, noch geld een noodzakelijke eigenschap van een coöperatie. De kernbeginselen van een coöperatie kunnen ook (waarschijnlijk zelfs beter) worden toegepast in een systeem zonder loon of zelfs zonder geld. Maar de details daarvan vergen een andere discussie.
Bovendien zijn, zoals hierboven beschreven, in Rojava sommige coöperatieven er ten minste in geslaagd het loonsysteem te overwinnen in die zin dat elk lid werkt naar gelang van zijn benodigdheden en een deel van het resultaat ontvangt naar gelang van de behoeften van zijn gezin. Bovendien denkt het economisch comité van Noordoost-Syrië voortdurend na en doet het op verschillende manieren ervaring op hoe een nieuwe economie kan worden gerealiseerd. Er is bijvoorbeeld een dorp in Rojava waar geld als dagelijks instrument is afgeschaft. De enige keer dat die dorpelingen geld moeten gebruiken is als ze hun dorp verlaten voor een andere regio. Maar dit is slechts een kleinschalig experiment.
Als we echt geloven dat een fundamenteel andere manier om het leven te organiseren mogelijk is, moeten we geloven in het vermogen van de samenleving om een gemeenschappelijke en coöperatieve manier te herontdekken om in haar behoeften te voorzien. Het sterkste argument voor het gebruik van coöperatieven als revolutionair instrument is het feit dat coöperatieven een fundamenteel onderdeel zijn van het alternatieve sociaal-economische systeem dat we ooit willen creëren. Zelfs als men tot de conclusie komt dat het niet veelbelovend is om deze "adem van het socialisme" in het huidige systeem in te voeren, kan het toch nuttig zijn om ervaring op te doen met alle verschillende aspecten van de opbouw van een coöperatieve economie, bijvoorbeeld het omvormen van een kapitalistisch bedrijf tot een coöperatie.
Wat deze kwestie betreft, kunnen we leren van onze ervaring hier in Rojava. In de eerste jaren van de revolutie werden coöperatieven opgebouwd volgens andere principes dan nu. Om het kort te houden, je kunt zeggen dat de vroege coöperatieven enkele van de tekortkomingen van de meeste westerse "kapitalistische" coöperatieven van nu deelden. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk dat mensen van buiten de coöperatie erin investeerden en dus profiteerden van de arbeid van anderen. Het zelfbestuur erkende deze tekortkoming en al snel werden nieuwe beginselen ingevoerd die de coöperatieven bonden aan de lokale [gemeente] (https://mesopotamia.coop/communes-the-building-block-of-democratic-confederalism/) die ervoor zorgt dat de coöperatie door de mensen zelf wordt bestuurd. Dit is een voorbeeld van de zeer belangrijke ervaringen die de mensen in Rojava die betrokken zijn bij de opbouw van een alternatieve economie dagelijks opdoen. En we moeten erkennen dat zelfs met de meest verfijnde en doordachte theorie hoe een coöperatieve economie moet worden opgebouwd, vele fouten en nieuwe moeilijkheden pas in de praktijk zullen opduiken. Dit is een sterk argument om ten minste enkele van die ervaringen overal ter wereld op te doen. Waarom zouden we wachten tot de externe omstandigheden veranderen? Men zou dus kunnen concluderen dat als de bevolking van Rojava lang vóór de oprichting van het autonome bestuur was begonnen met het opzetten van coöperatieven, zij van deze fouten zou hebben geleerd en de coöperatieven vandaag de dag in een rijpere staat zouden verkeren, beter in staat om de ruggengraat van de gehele economie te vormen. We mogen echter niet vergeten dat de Koerdische minderheid in Noordoost-Syrië niet eens eigen velden, huizen en winkels mocht bezitten en zelfs geen bomen mocht planten. Door deze onderdrukkende omstandigheden konden zij uiteraard geen ervaring opdoen met het opzetten van coöperatieven. Ook al lijdt de meerderheid van de mensen in de wereld niet onder zulke extreme directe onderdrukking, toch moeten we niet vergeten dat een serieuze poging om een coöperatieve structuur op te bouwen geconfronteerd zal worden met de confrontatie van staten en verschillende individuen en instellingen die van het huidige systeem profiteren. Als we ons dus afvragen "Moeten we overal ter wereld coöperatieven opbouwen?", moeten we ook de vraag beantwoorden "(Onder welke voorwaarden) kunnen we dat doen?". En de cruciale vraag die daarop volgt is "Hoe moeten we het doen?".
Als we het hebben over het opbouwen van een coöperatieve economie, betekent dit vaak dat we daadwerkelijk nieuwe coöperatieven vanaf nul moeten oprichten. Een andere mogelijkheid is echter gebruik te maken van de bestaande kennis en faciliteiten door bestaande bedrijven over te nemen om er een coöperatie van te maken.
Wat deze strategie het overwegen waard maakt, is het voordeel dat een verandering van eigendomscontrole serieus kan worden gerealiseerd, aangezien wij niet meer beperkt zouden zijn tot kleinschalige productie. Bovendien roept zo'n overname onmiddellijk vragen op over klasse, macht en geweld, omdat snel duidelijk wordt hoe de staat met de politie als uitvoerende macht het belang van particuliere winst en eigendom beschermt. Een bekend voorbeeld van fabrieksovernames zijn de door arbeiders teruggevorderde fabrieken in Argentinië in de jaren 2000. Na de economische depressie van 2001 gingen veel bedrijven failliet, ontsloegen werknemers en sloten hun fabrieken. Een belangrijke factor was dat de bezettingen en fabrieksovernames waren ingebed in een algemene politieke beweging die zich verzette tegen de neoliberale politiek van de Argentijnse staat. Maar tenzij een dergelijke beweging een enorme impuls kan krijgen en een aanzienlijk deel van de belangrijkste industrieën kan overnemen (dit zou waarschijnlijk een scenario zijn in de omvang vergelijkbaar met een algemene staking), zal zij uiteindelijk nog steeds blootstaan aan dezelfde tegenstrijdigheden van een kapitalistische omgeving.
Coöperatieven als revolutionaire strategie, drie verschillende contexten
Het is duidelijk dat de rol van coöperatieven moet verschillen naar gelang van de huidige sociaal-economische en politieke omstandigheden in verschillende regio's in de wereld. Daarom zal ik tenslotte proberen een schets te geven van hoe verschillende strategieën in drie verschillende categorieën van contexten eruit kunnen zien.
Categorie 1
Het eerste stadium noem ik het centrum van de kapitalistische moderniteit. Hoewel je goed moet zoeken om een cultuur te vinden die niet is beïnvloed door het tijdperk van het kapitalisme tot op de dag van vandaag (er is zelfs geen cultuur/plaats op aarde die niet is beïnvloed door klimaateffecten), heb ik het over moderne kapitalistische natiestaten waar het heersende systeem niet eens wordt gezien als een historisch systeem, omdat het veel verder reikt dan materiële omstandigheden en alomtegenwoordig is in het denken van mensen. In deze vijandige omgeving zijn de valkuilen waar coöperatieven op stuiten (zoals hierboven beschreven) het meest relevant en moeilijk te overwinnen. Hier moeten we ons afvragen of de tijd en moeite van revolutionairen niet beter in andere projecten of andere gebieden van de strijd geïnvesteerd kunnen worden. Als we in dit eerste scenario toch besluiten coöperatieven op te richten, kan het zwaartepunt van de coöperatieven liggen bij basisbehoeften als gezondheidszorg, huisvesting of cultuur in plaats van bij de productie van goederen. Het enige haalbare compromis kan dan zijn dat de rol van coöperatieven verschuift naar een ander zwaartepunt: Coöperaties kunnen plaatsen van onderwijs en organisatie worden: Een manier om een gemeenschap te creëren en een buurt samen te brengen. Dit doet misschien denken aan een van de centrale doelen van coöperatieven hier in Rojava, hierboven ook al besproken. Wat onderscheidt dit van andere bestaande sociale/gemeenschapscentra? In zekere zin niet veel, maar ook al is het maar een collectief café, winkel of fietsreparatie, als het consequent wordt uitgevoerd, is het toch meer dan een plek voor mensen om rond te hangen en een pauze te nemen van de dagelijkse drukte binnen het kapitalisme, het is een kleine materiële realisatie van gemeenschappelijke economie en democratische moderniteit. Moge het alleen bedoeld zijn om een concreet alternatief te bieden om het verlangen van de samenleving naar een zinvol leven op te wekken en de honger naar meer.
Categorie 2
De tweede categorie of fase kan gelden voor landen en regio's waar de mentaliteit en de economische onlogica van het kapitalisme niet tot in alle uithoeken zijn doorgedrongen of waar de invloed van de staat niet zo alomvattend is als in het centrum van de kapitalistische moderniteit. In een dergelijke omgeving kunnen coöperatieven daadwerkelijk de ademruimte hebben om een zekere mate van autonome economie te bereiken, ook al blijft die bijvoorbeeld beperkt tot een bepaalde regio binnen een natiestaat met een gepolitiseerde samenleving. Ook al zal dit eerder gebeuren in afgelegen gebieden ver van de hoofdsteden, als er eenmaal een netwerk van coöperatieven is opgericht binnen een maas van externe en interne druk, zal de samenleving bereid zijn deze nieuwe vrijheid te verdedigen tegen aanvallen van de staat of internationale marktkrachten. Daarom moet voor dit tweede scenario worden gestreefd naar een oprechte opbouw van een parallelle economie die uiteindelijk de heersende machtsverhoudingen uitdaagt.
Categorie 3
Het derde geval beschrijf ik als de afwezigheid van een nationale staat of een situatie waarin de macht in handen is van het volk in de vorm van een revolutionaire beweging die zich inzet voor de bevrijding van het volk. In dit scenario moet het doel duidelijk zijn: het materialiseren van coöperatieven als basis van een gemeenschappelijke economie. Noord-Oost Syrië van de laatste 8 jaar valt duidelijk in de derde categorie. Belangrijk om te overwegen is dat het nauwelijks mogelijk is om zomaar van 0 naar stap 3 te springen. Dit betekent dat als de samenleving niet de kans heeft gehad enige praktische of theoretische ervaring op te doen met de organisatie van het leven en de economie op een coöperatieve manier, het niet mogelijk is dit van bovenaf af te dwingen. Dit is een belangrijk verschil waarin het Democratisch Confederalisme zich onderscheidt van centralistische socialistische pogingen uit het verleden: De leden van het economisch comité benadrukken dat de omweg via, wat ik beschrijf als stap 1 en 2, essentieel is om de samenleving een diepgaande alternatieve economie te laten opbouwen in plaats van de manier van produceren, en daarmee leven, van bovenaf op te leggen. Dit kan een positief vooruitzicht zijn dat coöperatieven binnen scenario 1 of 2 inderdaad een belangrijke rol kunnen spelen bij het effenen van de weg totdat scenario 3 werkelijkheid wordt. Als de fasen van politisering, organisatie en ervaringen zijn gemist, of politiek niet mogelijk zijn (zoals hier in Noordoost-Syrië door de onderdrukking door het regime zoals hierboven beschreven), zullen deze stappen dus worden gezet, ook al bevinden we ons feitelijk in het derde scenario.
Uiteindelijk kan ik me nog steeds niet voorstellen hoe een fundamenteel alternatief economisch systeem niet gebaseerd kan zijn op een soort collectieve eenheden met democratische controle door de leden, met andere woorden: Coöperaties. Dit betekent niet dat het opzetten van een coöperatie altijd en overal strategisch slim en revolutionair is. Ik heb geprobeerd mijn gedachten te delen over waarom deze aanpak totaal vergeefs, misleidend of zelfs contraproductief kan zijn. Tegelijkertijd heb ik ook enkele ideeën gepresenteerd waarom, hoe en onder welke omstandigheden we misschien toch moeten overwegen om vandaag een coöperatieve economie op te bouwen, ongeacht waar we ons bevinden. Rojava laat zien dat de coöperatieve economie veel verder reikt dan de vervulling van de economische behoeften van de samenleving: Het laat zien dat de oprichting van coöperatieven hand in hand kan en moet gaan met vrouwenemancipatie, radicale ecologie, interculturele uitwisseling, grassroots democratie (ook wel radicale of directe democratie genoemd) en het herstel van gemeenschappelijke manieren van leven. Kortom: coöperatieven zijn revolutie.